1 |
 |
“...samenstelling van het water in de verschillende pannen, enz.
konden niet beantwoord worden.
Meer Noord-Oostelyk van Kralendyk bezocht ik de onder-
neming Guatemala. Op weg daarheen ziet men een aantal kleine
terreinen, door de negerbevolking met Sorghum beplant, meestal
de gewone negerkultuur, waarover reeds iu § 2 gesproken werd.
Guatemala is ongeveer 80 hectaren groot, waarvan een vierde
gedeelte met aloë beplant is. Dit terrein is zeer sterk door
onkruid overwoekerd ; hoewel er reeds 65 jaar achtereen aloë op
gekweekt wordt, denkt de eigenaar niet aan het gebruik van
mest. De eigenaar deelde my mede, dat de aloëkultuur niet
meer loonend was; immers de kostprijs — alles inbegrepen —
was 6 cent tegenover een verkoopsprijs van 9 cent; ik vermoed,
dat men in Europa met deze redeneering wel niet geheel zal
instemmen. Verder wordt er op Guatemala een weinigje maïs
gekweekt, maar het grootste gedeelte van de onderneming is
volkomen wild met toevallig opgeschoten divi-diviboomen en
wilde grassen...”
|
|