1 |
 |
“...Estate. Van Georgetown begaf ik my met het stoomschip Esh
van do Royal Mail Steainpacket Company naar Barbados.
Yan 9—19 November hield ik my op het eiland Barbados op,
gedurende het grootste gedeelte van dien tyd als gast van den
heer dr. D. Morris, Imperial Commissioner of Agriculture. Deze
deed mij tot in allerlei bijzonderheden kennis maken met de
inrichting en de werking van het departement van landbouw,
waarvan ook de andere ambtenaren mij veel hulp verleenden
(ik noem in het bijzonder de heeren Maxwell—Lefroy en Howard).
De heeren Bovell en prof. d’Albuquerque stelden my in staat
de verschillende proeftuinen met suikerriet te bezichtigen.
Daartoe bracht ik aan verschillende suikerondernemingen op het
eiland een bezoek, o.a. aan Codrington House, Four Squares,
Hopefield, Sandylane en Pine estate. De noodige inlichtingen
werden verder verkregen omtrent de cultuur en de bereiding
van Barbados-aloë, of eigenlijk omtrent het verleden van die
cultuur, omdat er op het oogenblik zoo goed als niets...”
|
|
2 |
 |
“...mogelijke hulp mocht ondervinden
Te New-York werd 12 Februari een bezoek gebracht aan
•ieDi rni®u,wen prooien botanischen tuin van Bronx Park; terwijl
ik 15 kebruari naar Nederland terugkeerde met het stoomschip
Maasdam van de Holland-Amerikalijn.
Ik zal in dit rapport nu achtereenvolgens mijn waarnemingen
en beschouwingen geven over Curafao, Bonaire, Aruba,
ot. Lustatius, Saba en St. Martin, daaraan aansluiten eenige
algemeene opmerkingen ook in verband met feiten waargenomen
in Demerara, op Barbados, Trinidad en Granada, te Washington
en New-York. Wat deze plaatsen betreft, verwijs ik overigens
in nooidzaak naar § 4 van mijn verslag aan den Gouverneur
van Suriname omtrent mjjn reis daarheen. In de slotwoorden'
Za v i oueenzetten t wat mijns inziens te «doen zou znn ter
verbetenng van de landbouwtoestanden op de Nederlandsche
Antillen. Vervolgens zal ik als aanhangsel mijn waarnemingen
omtrent de sisalkultuur meedeelen en de vraag bespreken in
hoeverre deze kans van slagen zou hebben op...”
|
|
3 |
 |
“...9
alle officieren van dit oorlogsschip voor de wijze, waarop mij
net verbluf aldaar aangenaam werd gemaakt en aan al mijn
wenschen werd tegemoet gekomen. Buiten onze koloniën ben
ik dank verschuldigd aan de Nederlandsche diplomatieke ver-
tegenwoordigers baron Gevers - te Washington en mr. A. F.
van Leyden te Caracas en aan de Gouverneurs van Trinidad ’
Barbados en de Bahama-eilanden, Sir Alfred Moionky, Sir
redbrick Hodgson en Sir Evebard Carter , verder in Demerara
aan de heeren G. S. Jenman en prof. J. B. Harrison , op Barbados
uan "eeren "• R. Bovell, prof. d’Ai.BUQUERQUE, A. Howard,
tt. Maxwell Lefroy en zeer in het bijzonder aan den heer
*“• O. Morris , _ op Trinidad aan de heeren J. H. Hart , Boos
(Hederlandsch vice-consul) en Abel (directeur der UsineSt. Made-
ieine), op JNew-Providence aan den heer Menendez en den
adjudant van den Gouverneur, den heer Gladstone, in Washington
aan de heeren- B T. Galloway, U. J. Webber, A. F. Woods,
.1 aylor , Pieters, Cook , Carleton , Orton ,...”
|
|
4 |
 |
“...deze vrees
met geheel ongegrond is, heb ik boven uiteengezet wan er
op to :reej8 sietlen yoori 0 * in jeo“« »
boomen, de divi-divi en de bananen en bacoves.
inÏÏridesk dlgf voorlichting zou niet alleen de belangstelling
in den landbouw toenemen, maar ook zouden zeker eenige van
door wettertStande? sPped'g kunnen verdwijnen, desnoods
bespreken maatregelen- Ik wensch er daarvan enkele te
onbondpn^TiV6 ,?0U de uitvoer van dierlijke mest moeten
^ bir wordt thans een groote hoeveelheid schapen- en
Barbados .nUpgeVTd;n !?eestal naar de Engelsche koloniën
r? -,, d f e? Grenada. Tot mijn verbazing hoorde ik door ver-
schillende inwoners van Cura5ao met een soort van trots ge-
7eefeer len j^^^^datflgen Vau dien ™stuitvoer, terwijl
land vemrJt Hht ge,wettlgd zou ***** Zfln, omdat men het
genoemde iii v; If1? U--TO?r van dierlijke mest, terwijl de
g r»„, -Kngelsche ^ kolomen daardoor verrijkt worden.
houtsC^ OotarSe V-an uitvoer zijn verder brandhout en
0ok dlt acht ik zeer te betreuren. Men hoort wel...”
|
|
5 |
 |
“...eerst
dan weer toegelaten werd, nadat er zich bosch op gevormd
had; door het omrasteren van die terreinen zeer langzaam aan
te doen geschieden, zou er ook zoo weinig mogelijk inbreuk
gemaakt worden op vermeende rechten van de bevolking. Het
wensckeljjkste zou het zeker zijn voor die bebossching gebruik
te maken van nuttige boomen, waarbij ik in de eerste plaats
aan divi-divi denk. Men zou ook het aanplantén van boomen
door particulieren in de band kunnen werken, op de wjjze,
zooals dit bijv. op Barbados geschiedt. Daar bestaat een act
(n°. 1 van 1875), waarbjj bepaald wordt, dat voor land, dat
met bosch beplant wordt, een jaarljjksche gift van £ 1 per
acre gegeven wordt gedurende 7 jaar en vrijdom van grond-
belasting , zoolang het bosch er staat. Later is voor de uitdruk-
king bosch in de plaats gekomen: boomen op een bepaalden
afstand van elkaar geplant. De bedoeling was, om op die wijze
de cultuur van vruchtboomen in de hand te werken.
B\j den uitvoer van andere artikelen wordt, naar het...”
|
|
6 |
 |
“...) en verkoopt dan de
huiden. Voor voedsel wordt niet gezorgd, gras wordt niet ge-
sneden ; wel wordt de mest hier en daar verzameld en dan
verkocht, want volgens den eigenaar zoii zijn eigen land er
door verbranden in den drogen tijd. Blijkbaar zijn de koopers
op Barbados e'n Grenada van andere meening.
De mestuitvoer heeft op Bonaire een bedenkelijke hoogte
bereikt en dat pas in de laatste jaren. Volgens het Koloniaal
Verslag bedroeg de uitvoer in d,e jaren 189b en 1897 nihil, in
1898 2147, in 1899 6b72 en in 1900 17 847 vaten De grootste
exporteur de heer Muskens, die de mest op het eiland opkoopt;
vertelde my als bewijs van het belang van dien mest-export voor
het eiland, dat hy pas voor f 10 000 tot f 12 000 naar Barbados
verkocht had en dat er,op dat oogenblik op Bonaire'dan ook
geen dierlijke mest meer te krijgen was. Deze zelfde had trouwens
Ook een zoogenaamde bemestingsproef genomen; een terrein,
waar l1/ï jaar lang een groote mesthoop had gelegen, werd met
een dun laagje mest...”
|
|
7 |
 |
“...het oogenblik niet eens van welke soort (in
botanischen zin) de aloë op Aruba en de Curacaosche eilanden
in het algemeen afkomstig is. Trouwens hetzelfde is het geval
op Barbados; ook daar onbekendheid met de botanische natuur
van de stamplant van de aloë; eerst in den laatsten tjjd heeft
dr. Morbis de stamplant van daar naar Kew-Gardens gezonden
waar de eenige autoriteiten te vinden zijn, die kennis bezitten
omtrent de soorten van het geslacht Aloë. Men hoort wel eens
de bewering, dat Barbados-aloë heter zou zijn dan de Curafao-
sche en dat dit een gevolg zou zjjn van de bereiding. Nu heb
ik op Barbados daaromtrent inlichtingen ingewonnen en het
laatste overblijfsel van de vroegere bloeiende aloëcultuur be-
zichtigd , maar daarbij bleek mij, dat de bereiding niet afwijkt
van de methode op Aruba gevolgd. Dat de Barbados-aloë in de
laatste jaren concurrentie zou aandoen aan de Curagao-aloë kan
ook onmogelijk juist zjjn, want de productie is daar bijna tot
0 gedaald, zooals blijken kan uit...”
|
|
8 |
 |
“...wordt meestal geïmporteerd van Trinidad, maar er zijn ook
enkele zebus onder uit Britsch-Indië afkomstig. De melk wordt
tot boter verwerkt op meer moderne wijze, dan ik het nog
ergens in West-Indië zag; een de LAVAL-separator scheidt de
room af, terwijl met een tonnetje gekarnd wordt. De zoo ver-
kregen boter wordt gezouten en houdt zich dan in vaatjes
eenige maanden goed ; in blikken verpakt veel langer. De boter
wordt o. a. geëxporteerd naar St. Thomas , St. Kitts , Guadeloupe,
Martinique en Barbados. In verband met de op Curasao verspreide
meening, dat boter, op de Antillen gemaakt, nooit langer dan
enkele dagen goed blijft, is hetgeen hier op St. Martin geschiedt,
zeer belangrijk. nog te meer omdat er zeker nog een aantal
verbeteringen in het bedrijf zjjn in te voeren. Kaas maken is meer
dan eens beproefd, maar nooit gelukt, waarschijnlijk omdat
de temperatuur te hoog is. IJs is op St. Martin niet verkrijg-
baar , tenzij men het van een van de naburige eilanden laat
komen, bijv. van St...”
|
|
9 |
 |
“...ook geheel in het midden, of men hier beter een gouver-
nementsdienst inricht, of een gesubsidieerde lijn laat onder-
houden , bijv. door den Koninklijken West-Indischen Maildienst.
Maar hoofdzaak zal zeker zijn het verspreiden van kennis van
landbouw onder de bevolking, het scheppen van de mogelijkheid
voor het gouvernement en voor planters om deskundig advies te
verkrijgen. Ten einde na te gaan, hoe men in andere koloniën te
werk was gegaan, bezocht ik zooals reeds vermeld werd, Demerara,
Barbados en Trinidad, verder het Departement van Landbouw
der Vereenigde Staten te Washington. Omtrent hetgeen ik daar
zag, heb ik uitvoerig rapport uitgebracht aan den Gouverneur
van Suriname onder § 4; ik meen dus hier daarheen te mogen
verwijzen. Reeds vroeger had ik ervaring verkregen omtrent
hetgeen in Indië geschied was ter verkrijging van wetenschap-
pelijke voorlichting van den landbouw; daar leerde ik in het
bijzonder kennen, de werking van ’s Lands Plantentuin te Buiten-
zorg, van de landb...”
|
|