Your search within this document for 'tam' resulted in one matching pages.
1

“.... Men kan ook te veel 1(3Z611 Wij zuen dan tezamen praten, Ik heb eene tijding ge- hoord. Wat hebt gij gehoord? .Juffrouw Maria is de bruid, Is het waar ? Is het wel mogelijk ? Iedereen zegt het, Men heeft mij verzekerd van ja, Met wien trouwt zij ? Eij trouwt met den Heer B, Hij is heel rijk, naar men zegt, Hij heeft veel middelen, Juffrouw M. heeft niet - veel minder, Haar vader geeft haar vijftig duizend gulden mede, Is een zeer schoon hu- welijk, Mita lesa kasi seem- per. Heende poor lesa tam- be di masjaa. Lo noos papia anto goentoe. Mi a teendee oen nobo. Kieko bo a teende ! Juffrouw Maria tabrid- Ta berdaa ? Poor ta poesiebel ? Toer heende ta bisaa. Kan a sigoerami di si. Koe keende etakasaa? E ta fcasaa koe Meneer B. E ta masjaa rikoe, se- goen nan ta bisa. E tien masjaa plaka. Juffrouw M. no tien me- nos. Soe taata ta dona e sienkweenta miel gui- de. Ta oen kasameentoe masja boenita....”