Your search within this document for 'nobo' resulted in five matching pages.
1

“...Woensdag, Donderdag, Vrijdag, Zaterdag, De Feestdagen. Een feestdag, N ieuwjaarsdag, Kersdag, Driekoningen, Een vastendag, Asch-Woensdag, (2)' ! Mieljoen. > Di promee. j Di doos. < Di trees. > Di kwater, etc. I Loenanan di anja. Januari. ; Februari. $ Maart. . April. Mei. ! Juni. < Juli. < Augustus. <; September. \ October. i November. < December. > Dianan di sieman. 5 Diadoemingoe, ( Dialoena. \ Diamars. > Diarasoon. Diagoebes. Diabirne. ! Diasabra, \ Dianan di fieesta. < Oen dia di eesta. Anja nobo. | Dia di Paskoe. Treesrei. < Oen dia di joena. < Dia di sjieniesjie....”
2

“...Laat ons eehbuitenlneh ( Laga noos bam toenia a tje gaan scheppen, ( oeu poko aire afoo. Met al mijn hart. . : j Koe toer mi koerazoon. Ik zal alles doen wat u Lo mi hasie toer koos believen zal, $ koe ta agradaa bo. Waajf zullen wij gaan?< Oenda lo noos bam ? Waar wilt gij gaan ? ) Oenda bo kie bam ? Waar zult gij mij breh-S Oenda l bo hibaa mi ?. gen ? Weet grj eene mooiej Bo konosee oen boenita wandelplaats? ) kamienda di kijr.? Gaan wij naar den nieu-j Laga noos bam na ka- wen weg ? j mieuda nobo ? Het is vrij ver van hier,< Ta bastante aleeuw di i akie. Is het niet wat te ver ? j No ta oen poko aleeuw ? Ik kan zoover niet gaan, Mi no poor bai asina i aleeuw. Het is een groot uur: Ta mas koe oen ora di gaans,, S kamienda. Ik vaar niet al te wel, \ Mi no ta moetjoe boon. Ik ben nog wat zwak, j Mi ta aeuda oen poko | zwak. Ik ben er- mede te^eden,j Mi ta koonteentoe koe i ees'a. Het weer is zee zaht,j Weer ta masja doesjie....”
3

“...heb eene tijding ge- hoord. Wat hebt gij gehoord? .Juffrouw Maria is de bruid, Is het waar ? Is het wel mogelijk ? Iedereen zegt het, Men heeft mij verzekerd van ja, Met wien trouwt zij ? Eij trouwt met den Heer B, Hij is heel rijk, naar men zegt, Hij heeft veel middelen, Juffrouw M. heeft niet - veel minder, Haar vader geeft haar vijftig duizend gulden mede, Is een zeer schoon hu- welijk, Mita lesa kasi seem- per. Heende poor lesa tam- be di masjaa. Lo noos papia anto goentoe. Mi a teendee oen nobo. Kieko bo a teende ! Juffrouw Maria tabrid- Ta berdaa ? Poor ta poesiebel ? Toer heende ta bisaa. Kan a sigoerami di si. Koe keende etakasaa? E ta fcasaa koe Meneer B. E ta masjaa rikoe, se- goen nan ta bisa. E tien masjaa plaka. Juffrouw M. no tien me- nos. Soe taata ta dona e sienkweenta miel gui- de. Ta oen kasameentoe masja boenita....”
4

“...((58) Wel nu, wij zullen zien,! 'Ta boon, lo noos weit. Waar woont de Heer> Oenda Meneer Park t Park? > biba? Weet gij bet buis van! Bo konosee kaas di Me- den Heer H ? neer H ? Het is dat groote, nieu-5 Ta e kaas grandie nobo. we huis, > t j. Over den bakker,, !Dilantie di trahado di > pam. In bet midden van Ha meimei di kaja. straat. '> .... Ik bedank u,. Mi ta gradiesie bo. Het is geen dank waar-) Ho bal dankie. Is deneer P. te buis ? j Meneer P. ta na kaas? Heen mijnbeer! hij isuit, j Ho Meneer! e a salie. Zal bij haast wederko-j Lo e bini atrobee pron- ID.6U f ) tO Ik kan beta niet zeggen,! Mi no poor bisaa bo. Ik wenschte wel hem te! Mi ta desea di papiaa spreken, S koe e. _ . Kan ik uwe boodschap} Mi no poor basio bo niet doen ? ! roospoondie ? Ik moet hem zelf spr eken, j Mi meesteer papia koe ! e mees. Het spijt mij dat bij niet Ta dueel mi koe e no te buis is, \ na kaas. Ik zal een andermaal! Lo mi bini oen oter bees. wederkomen, ? .. .. Belieft gij naar hem te! Bo ta goestaa...”
5

“...gaat vrij wel, i Esa ta basta boon. bpreekt gij wel Fransch- Bo ta papiaa toer dia alle dagen ? $ Fransees ? Zonder twijfel, moeder,) Sieu doeda, iiamaa. Ik betaal boete als ik! Mi ta nacaa boet t-ofi Wie heeft u gekapt ? Keende a peenjaa bo ? Ik zelve, ^ Mi mees. Dat behaagt.mij wel, Esa ta goestaa mi. Dij weet wat gij mij be-j Bo sabie kieko bo a loofd hebt, moederlief,^ primientie mi mamaa i . j. doesjie. - Wat heb ik u beloofd ? i Kieko mi a primientie . bo ? Nieuwe handschoenen; Handschoen nobo toen en een waai jer, l waijer. Ik zal u dit alles koopen.J Lo mi koempraa toer j a eesa pa bo. Maar zal liet haast zijn?' Ma lo ta preestoe? Deze week, > E siman akie. Ik had ook wel een; Mi tabatien tambe Uwe meesteres doet heel' Bo ^matres^ tfTIhasie - > masjaa boon. Keer u eens om. Biraa non u eens om, ! Biraa oen i masjaa boon. i Biraa oen poko....”