1 |
 |
“...(61)
Ik weet uwe gedachten,; Misabie bokordamecn-'
; ! toenail.
Spreek duidelijker, S Papiaa.mas klaa.
Sebik de woorden beter, | Ponee e palabranan mi-
I boo.
Gij spreekt te ras, < Bo ta popiaa moetjoe
i j 6hee.
Gij moet dat woord zool; Bo meesteer pronoen-
nitspreken. y. ciaepalabra af asiena.-
Gij hebt liet gevonden, 1 Bo a banjo; e. .
Gij hebt uwen tijd niette Bouoagaaista bo teem-
kwalijk besteed, t poe. poornada.
Gelooft, gijidat? >- Bo takeereeeepa 1
Verstaat gij wel. alsiki Bo ta koomprendee
Franse! spreek f v boon pra koe.mir,pa-
, | piaa Francees i
Kan: ik mij .dfien ypr-j. Mi poor hasie kopm-
staan ? > preeudee mi ?
ZoueenFcansohman mij j Lo oen Francees poor
wek kunnen verstaan ? v koompreende nai.
Twijfelt gij; daaraan T 1 Bo ta dpeda die egaj
Gij zult zonder moeite?, Lo bo poor sienja, sien
kunnen leeren, 1 moemoe trabau.
Alles zal wel gaan, j; Toer koos ktbaiboon.
I De beginselen zijn altijd?. Prncrpioenani ta seei-
. moeilijk, per difikoeltoso.
Ik dank u voor de goede;...”
|
|