Your search within this document for 'santa' resulted in eight matching pages.
1

“...was en zonder die hulp en medewerking niet tot stand kon gebragt worden:—hoe dan het verbod van het Gou- vernement in den wind slaan? Dat ging niet, zonder ge- vaar te loopen genoodzaakt te zijn de geheele onderneming tot pygmeïsche afmetingen te moeten beperken. Men on- derwierp zich dus aan het verbod, maar trachtte door betoogen, zoowel op Curasao als in Nederland, het Gou- vernement tot andere inzigten te brengen. Te vergeefs! Intusschen had de heer Godden in het jaar 4874 op de plantage Santa Barbara, op Curasao gelegen, phosphor- zure kalk van rijke gehalte en in groote hoeveelheid ontdekt en was hij ,, te zamen met een ander, eigenaar van die plantage geworden. Voor eigen rekening, tegen uitkeering van een zeker bedrag aan zijn mede-eigenaar, ving hij de exploitatie van die plantage aan, gaf daar werk aan honderde arbeiders, verschafte aldus onderhoud aan hon- derde huisgezinnen, betaalde aan de koloniale kas voor regten wegens den uitvoer van dat artikel bijna evenveel als het geheele...”
2

“...den 6en Februarij 1876: «Het jaar is voor de eilanden Curasao en Bonaire zeer voordeelig begonnen, wat de ontwikkeling hunner natuur- lijke hulpbronnen aangaat, daar er voor rekening van Europeesche huizen kontrakten gesloten zijn voor den jaarlijkschen uitvoer van meer dan dertig duizend ton Phosphorzure Guano gedurende vijf en twintig jaren. Yan Curasao zelf heeft de heer Godden reeds vijf ladingen rots-phosphorzure kalk verscheept van zeer goede gehalte, en op de plantage Hermanus (vroeger Santa Marie geheeten)...”
3

“...heer Sewell; wat blijft er nu voor de CuraSanta Barbara werden daar gesteld. Gelijk wij reeds (Een Wanklank uit Curasao) hebben medegedeeld, werd doof dien heer op Curagao aan kontanten uitgegeven: in 1874 en 1875 243.614.38» in 4876 - 184.530.33^ in 1877 ...........................- 200.785-83 in 1878 - 163.396.43J- in 1879 (zeven eerste maanden). - 111.328.19 f 903.655.17J. Voegt hierbij provisiën en machineriën die aangevoerd werden en zooveel meer dat niet op de Guragaosche reke- ning voorkomt, en men krijgt wel het dubbele bedrag. Als...”
4

“...billijkheid tegenover den heer Creft medebragt — dan ware deze zaak tot een gezonden toe- stand gebragt. Het Gouvernement had dan weder de han- den vrij, het kapitaal der Curagaonaars zou geen gevaar loopen, na de harde slagen in de laatste jaren geleden, nogmaals eene aanmerkelijke vermindering te moeten on- dergaan. Bijna zes jaren wacht de Arubiaansche phosphorzure kalk-kwestie op eene oplossing; zij is thans daar nog even ver van verwijderd als toen. Aan den eigenaar van het half aandeel van Santa Barbara werd door den heer Godden gedurende de eerste negen maanden dezes jaars een bedrag van ƒ187.516.70 wegens erfpacht van het hem toekomend half aandeel dier plan- tage uitbetaald, zegge honderd zeven en tachtig duizend vijf honderd zestien gulden zeventig cents. Het subsidie of de bijdrage uit ’s Rijks schatkist voor de Kolonie Curasao over 1879 werd op f 164.128.96 begroot. In negen maanden werd door den heer Godden aan een particulier dus ruim f 23000 meer uitbetaald dan waarop het subsidie...”
5

“...60 ware goudmijn op Santa Barbara ontdekt, ook op Aruba is men zoo gelukkig een Serro Colorado aan te treffen, — in enkele dagen had men zich vereenigd, maatschap- pijen gevormd, alles gereed gemaakt om tot de ontginning over te gaan, de voornaamste grondeigenaren hadden hunne gronden ter exploitatie beschikbaar gesteld, de ontginning ving aan, maar den deskundige werd een termijn gesteld waarin hij met zijn onderzoek moest gereed zijn. Ont- dekte hij op de eene plantage binnen enkele dagen niets, dadelijk naar eene andere verhuisd, men liet hem als het ware geen tijd om tot adem te komen. Deelde hij mede dat er hoop bestond, dat er goede aanwijzingen waren, dan werd er dadelijk rondgebazuind dat er ontdekkingen gedaan waren waarbij die van Santa Barbara ver in de schaduw zouden moeten blijven, en bleken dan later die hoop ijdel en die aanwijzingen verkeerd te zijn geweest, dan liet men den moed zakken, dan verloor men het geduld. Teleur- stelling op teleurstelling volgden, men werd het...”
6

“...62 Al dadelijk na de openbaarmaking van de ontdekking van de phosphorzure kalk op Santa Barbara zag bet Koloniaal Gouvernement de noodzakelijkheid in om deze aangelegenheid te regelen. Eene verordening «houdende bepalingen omtrent de ontginning van delfstoffen en door natuurvorming in den grond aanwezige meststoffen in of op de Domeingronden van de Kolonie Curasao» werd ontworpen en aan den Kolonialen Raad ingediend. Reeds hebben wij er op gewezen hoe dat het herhaal- delijk gewijzigd ontwerp eindelijk tot niets geleid heeft, zoodat de zaak thans nog even ver is als vier jaren geleden. En toch, eene regeling van dit onderwerp is zoo hoogst noodzakelijk. Niemand zal het wagen, moeite, tijd en geld te besteden om op Gouvernementsgronden onderzoekingen in te stellen, zonder zekerheid te hebben, dat bij het gelukken der aangewende pogingen, de voor- deelen die hij zich beloofde, voor hem zullen bewaard blijven. En die zekerheid heeft men in de verste verte niet. Na het gebeurde met de Arubiaansche...”
7

“...dit aan de schuld of onwil van den concessionaris moet worden toegeschreven of een gevolg van onvoorziene omstandigheden is, — de verleende concessie in te trekken. De Verordening of Wet die dit onderwerp zal regelen, behoort ook eene bepaling te bevatten, die den conces- sionaris-exploitant waarborgt, dat hij zijne verkregen regten zal kunnen uitoefenen, zonder later gedwongen te zijn aan de Koloniale kas meer te betalen dan over- eengekomen was. Kort na de ontdekking van phosphorzure kalk op Santa Barbara en vóór dat nog met den uitvoer een aan- vang was gemaakt, werd op voorstel van het Koloniaal Bestuur door den Kolonialen Raad eene verordening aangenomen, waarbij een uitvoerregt van 8 percent op de...”
8

“...maar mogt die uitslag anders zijn dan wij verwachten, dan heeft de Company door het laisser faire van het Gou- vernement niets verloren, integendeel zij is er wèl bij gevaren, want zij zal voortaan ongehinderd hare regten kunnen doen gelden. Beslist de hoogste Regter evenwel anders, welnu, dan zal er regt zijn geschied, en zou het Gouvernement door zijne handelingen dat kunnen, dat mogen tegenhouden ? Ten slotte nog een woord. Wij hebben van dezen en genen wel eens gehoord: de heer Godden heeft Santa Barbara, van waar hij zoo vele duizende tonnen ’s jaars uitvoert; hij is betrokken in de zwavelmijnen op het eiland Saba, hij is aan het doen van onderzoekingen op zijne gronden in het Westelijk gedeelte van Curasao; wat verlangt hij meer ? Regt en niets dan regt, om van dat regt een goed en behoorlijk gebruik te maken in het belang van zich zelven, zijne vennooten, de Arubiaansche bevolking en de Kolo- niale kas. De Koloniale kas ? Zou het niet meer in haar belang zijn Aruba in andere handen...”