Your search within this document for 'kontrakt' resulted in 14 matching pages.
1

“...welken aard ook te vervoeren. Dit verbod was zijn oorsprong verschuldigd aan stappen van de voormelde Goud mijn-Maatschappij. Deze beweerde het uitsluitend regt te hebben ter ontginning van alle delf- stoffen bevattende gronden op het eiland Aruba; phos- phorzure kalk, meende zij, is eene delfstof, dus deze zelfstandigheid is in het kontrakt tusschen haren voorgan- ger en het Gouvernement der Kolonie, den 31en December 1867 aangegaan, besloten; aan haar dus het uitsluitend regt om op geheel Aruba, op alle gronden, reeds afgestane en nog aftestane, de aanwezige phosphorzure kalk te bewerken en van daar uit te voeren. Zij beriep zich op art. 1 van dat kontrakt, luidende: «Door het Gouvernement dezer Kolonie wordt aan den contractant F. Isola verleend...”
2

“...Bestuur ingestelde actie niet is, te doen beslissen, welke gronden aan die concessie zijn onderworpen, maar enkel om te doen uitmaken of de bedoelde stof in de termen daarvan valt.» Ons scheen het toe s. m. dat de houding der hoofdpartijen in het geding deze was: de Gold Mining Company vermeende en beweerde, dat in haar met het Bestuur van Curasao aangegaan kontrakt, ook de phosphate of lime op a 11 e gronden op Aruba, ook door derden bezeten, begrepen was, terwijl het Bestuur die meening betwistte, echter slechts wat het regt der Company op de stof betrof, maar van oordeel was, dat ware phosphate of Urne inderdaad in bedoeld kontrakt begrepen, er geene kwestie was dat regt der Company alleen tot de nog niet afgestane gronden te be- perken. Dat deze de bedoeling van de Maatschappij en de opvatting van het Bestuur waren, blijkt zeer stellig uit de houding door de Maatschappij in het geding aangenomen en tevens ook hieruit, dat de Maatschappij bij het Bestuur stappen gedaan heeft om den eigenaren...”
3

“...27 togt, want toen had men met de financiële omstandig- heden van de Maatschappij aan welke de concessie werd overgedragen kunnen bekend zijn, even goed als wij ons daarmede bekend gesteld hebben. Of moet een Gou- vernement dan altijd minder op zijne hoede zijn, minder voor zijn welbegrepen belang waken dan een particulier? Volgens eene der bepalingen van de aanbesteding zou de verkrijger hetregt hebben, de concessie aan een ander persoon of aan eene Maatschappij overtedragen. Reeds bij kontrakt van den 16en December 1878 (dus ongeveer éene maand vóór de inschrijving) had de heer Sewell zich tegenover den heer Arthur Chaplin verbonden om eene naamlooze vennootschap in het leven te roepen onder den naam van «The Aruba Island Phosphate Company Limited» en aan die Maatschappij de concessie van de phosphor- zure kalk op Aruba, zoo deze hem mogt worden gegund, over te dragen (zie Bijlage D). De geldelijke toestand dezer Maatschappij is niet van dien aard, dat men van hare werkzaamheden met regt...”
4

“...ontvangen berigten te oordeelen, moeten wij het wel vreezen. Twee en zeventig duizend gulden is op verre, verre na niet voldoende om de Arubiaansche zaak zelfs op zeer kleine schaal aan te vangen. Er zal moeten gewerkt en gemorst worden gelijk de Gold Mining Company gewerkt en gemorst heeft. Wat zal met zulk een gering kapitaal de winst kunnen zijn? En hoe zal die winst — zoo er al winst is — ver- deeld moeten worden ? Oorspronkelijk had de Aruba Island Gold Mining Company van den heer Sewell, bij kontrakt van den 24en Augus- tus 1877 gedurende de eerste zes jaren een derde, later de helft van de te behalen winst bedongen. In eeneAlge- meene Vergadering der Maatschappij gehouden den 20
5

“...pen. Al buen entendedor media palabra basta. (A bon entendeur demi mot suffit.) Het is niet te veronderstellen, dat het Gouvernement na 15 December op nieuw eene verlenging van den ter- mijn van borgstelling zal verleenen, — de Regering in Nederland zou na kennisneming dezer feiten dit desnoods bepaald dienen te verbieden, — dan zou, bijaldien de Curapaoscbe kapitalisten niet onnoozel genoeg zijn om hunne eigendommen ten behoeve eener niet levensvatbare maatschappij verder te verbinden, het kontrakt met de Aruba Island Phosphate Company vernietigd zijn, of zal de vernietiging daarvan kunnen gevraagd worden. In dat geval is het te hopen, dat het Gouvernement in den vervolge beter uit de oogen zal zien, vooral naar de soliditeit der kontrakterende partij onderzoek doen en de verkregen regten van de Arubianen op de afgestane gronden niet langer miskennen. Maar mogt het gelukt zijn de Cura
6

“...32 halen, dan is er inderdaad reden om hen te beklagen. Zonder mogelijkheid om, bij gebrek aan kennis en kapi- taal , de onderneming winstgevend te doen zijn, loopt men groot gevaar niet in staat te zijn het bij kontrakt bepaalde minimum uittevoeren, en zal dan ook de boete aan het Gouvernement dienen betaald te worden. Vangt men de werkzaamheden op de eigenlijke gronden van Serro Colorado aan, dan heeft men een proces te wachten, dat kostbaar zal zijn en waarvan de uitslag naar ons oordeel niet als twij- felacbtig kan beschouwd worden: de Curakontrakt gehou- den en geen uitstel tot het verstrekken der zekerheid ver- leend, — wat ook de billijkheid tegenover den heer Creft medebragt — dan ware deze zaak tot een gezonden toe- stand gebragt. Het Gouvernement had dan weder de han- den vrij, het kapitaal der Curagaonaars zou geen...”
7

“...verdere lezing dezer bladzijden door de vrees voor een uitgebreid regtsgeleerd betoog, dat door onverstaanbaarheid 'uitmunt; neen, wij zullen ons best doen onze denkbeelden op eenvoudige en bevattelijke wijze uiteen te zetten, en geen oogenblik vergeten dat wij door het publiek wenschen begrepen en beoordeeld te worden; die beoordeeling kan der goede zaak niet anders dan gunstig zijn. Toen wij in het begin van 1874 met den heer Godden naar Aruba gingen om de voorwaarden vast te stellen van een kontrakt, aan te gaan tusschen hem en den ontdek- ker van de phosphorzure kalk op Aruba en eigenaar der gronden waar zich die phosphorzure kalk bevond, stuitten wij op de ons vertoonde eigendomsbewijzen dier gronden. Daarin werd van concessie, en wel van afstand van be- paald omschreven stukken grond in concessie gesproken, maar het woord eigendom niet genoemd. Dusdanige con- cessiebrieven waren ons in onze regtspraktijk niet voor- gekomen ; zoo ver wij weten bestaan zij ook op het eiland Curasao niet...”
8

“...den heer Gouverneur van Ouragao. Wij waren een grooten stap verder gekomen. Wij wisten thans dat door het Gouvernement onder afstand in con- cessie verstaan werd een afstand in eigendom, ofschoon dan ook eenigzins beperkt, maar even beperkt als elk eigendom op Aruba beperkt was. Wij gingen echter verder en onderzochten of het door den heer Prokureur-Generaal vooropgesteld beginsel wel juist was. De uitslag van ons onderzoek was, dat wij den heer Godden in gemoede konden aanraden het aangeboden kontrakt te sluiten; immers niet alleen was het ons gebleken dat de afstand van gronden in concessie eigendomsverkrij ging tengevolge had, maar tevens dat de beperking, waarvan sprake was, al zeer weinig beteekende, althans de exploitatie van de phosphorzure, kalk geenzins in den weg stond. Dat wij van de zijde van het Gouvernement eene ont- kenning van het eenmaal zoo uitdrukkelijk erkend eigen- domsregt zouden ontmoeten, konden wij in het minst niet verwachten. En toch was het zoo. Op de in concessie...”
9

“...50 «Maar zoo In loi du 21 Avril 1810 op de afgestane gronden niet van toepassing is, dan zijn zij toch onderworpen aan de bepalingen van de concessie den 31®n December 1867 aan F. Isola verleend (zie Bijlage G) en later aan de Aruba Island Gold Mining Company o ver gedragen,» zou men kunnen beweren. Wat deze concessie aangaat, is ons antwoord zeer eenvoudig. Een onderhandsch kontrakt, door geen wetgevende magt bekrachtigd, op geenerlei wijze afgekondigd, kan nimmer aan derden worden tegenge- worpen, vooral dan'niet, wanneer dat kontrakt niet alleen op geene wet steunt, maar bepaald in strijd met onze Grondwet — het Regerings Reglement — is. «Niet steunt op eene wet?» Neen, wel heeft men zich op art. 2 van de Verordening van 8/9 Mei 1867 (Bijlage F.) beroepen, maar geheel verkeerd. Vreemder toepassing eener wet is wel nooit gehoord. Eene verordening «op de uitgifte in eigendom of pacht van publieke gronden in de Kolonie Curasao,» en waarvan art. 2 bepaalt, dat onder den afstand niet begrepen...”
10

“...geheele eiland van Oost tot West en van Noord tot Zuid moest als door een Chineeschen muur wórden ingesloten en daartoe ware welligt het nominaal kapitaal van pd. st. 500,000 der Gold Mining Maatschappij niet voldoende geweest. Maar spotternij ter zijde; het beroep op de aangehaalde verordening kan niet opgaan; geene andere wet bestaat die dit onderwerp regelt, hoe de concessie te rijmen met art. 173 van het Regerings-Reglement, dat toch volstrekt den Gouverneur niet magtigt om een dusdanig kontrakt aan te gaan*? Dus in strijd met het Regerings-Reglement. For arguments sake willen wij voor een oogenblik toe- geven , dat onder afstand van gronden in concessie geen afstand in eigendom moet verstaan worden; dat het woord van professor Vissering: «Concessie is niet anders dan in goed Hollandsch vergunning» in alle opzigten juist is, — ofschoon het wel niet noodig zal zijn op te merken dat de geachte hoogleeraar bij het terneerstellen dier woorden in 1862, geen kennis zal hebben gedragen dat...”
11

“...eerste artikel werd op ƒ 35 per ton berekend, zoodat het uitvoerregt ƒ 2.80 per ton bedraagt (4). Die verordening was ook van toepassing voor Klein Curasao: de van daar, onder de bepalingen van het met den heer Godden aangegaan kontrakt, uitgevoerd wordende phos- phorzure kalk zou mede f 2.80 per ton moeten betalen. Op die wijze werd het kontrakt geheel en al ter zijde geschoven en had men een middel gevonden om terug te komen op het eenmaal vastgestelde concessieregt. Dat regt, zeide men, was te laag, welnu eene belasting geheven die het meer dan verdubbelen zal. Wij hebben in der tijd krachtige vertoogen ingediend tegen de heffing dezer belasting, voor wat Klein Curasao betreft, er op gewezen dat op die wijze het Gouvernement het steeds in zijn magt heeft elk kontrakt illusoir te maken, den conces- (1) „Rekent gij het als een verdienste, dat hij de belasting op den uit- voer betaalt? Heeft hij soms die belasting zelf in het leven geroepen of vrijwillig betaald ? Ja, geprutteld en gerequestreerd...”
12

“...zou men misschien nog eene actie tot vernietiging van het kontrakt met schadevergoeding wegens wanprestatie tegen hem kunnen instellen. Onze vertoogen hielpen niets. De wetgevende magt, heette het, is niet gebonden door een kontrakt door de uitvoérende magt aangegaan. Dat op die wijze elk kon- trakt met een Gouvernement eene onmogelijkheid wordt, schijnt men niet te hebben ingezien. (1) Maar, buitendien, die leer van de reglen van de wetgevende magt tegenover die van de uitvoerende magt gaat niet'op, want de wet- gevende magt kan zonder de uitvoerende magt geene wetten in het leven roepen. Geene invoering van wetten kan geschieden dan juist door de uitvoerende magt, die toch zelfs het regt heeft de door de wetgevende magt vastgestelde wetten niet af te kondigen. De uitvoerende magt had het kontrakt wegens de exploitatie van Klein Gurapao aangegaan, zij had in geen geval hare goedkeu- ring mogen hechten aan eene wet met dat kontrakt in strijd. Op die wijze zou het Gouvernement altijd, zoodra...”
13

“...69 c. q. aan te gaan kontrakt moet worden overgenomen, dat ge- durende den termijn van het kontrakt geene andere ofhoogere regten zullen geheven worden dan de reeds bestaande. Na al het door ons geschrevene zullen wij wel niet noodig hebben als ons gevoelen uiteen te zetten, dat de wettelijke regeling van het mijnwezen en de concessiën ter ontginning van meststoffen slechts betrekking dient te hebben op die gronden die nog tot het domein behooren, dus niet gelijk de vroegere verordeningen die ook bepa- lingen inhielden omtrent gronden die reeds afgestaan waren. Bij de verordening van 8/9 Mei 1867 worden die gronden met in eigendom afgestane gelijkgesteld. Art. 622 B. W. bepaalt dat de eigenaar tot al de vruchten uit het bouwen en graven onder den grond voortspruitende, ge- regtigd is; die bepaling behoort ook voor de in concessie afgestane gronden te worden toegepast; de eigenaar daar- van moet niet worden verhinderd in de uitoefening van zijn goed regt. En zoo komen wij weder tot de A...”
14

“...70 welke tegen het Koloniaal Bestuur ter dezer zake mogten worden gevoerd; 2°. dat hij ook tijdens den duur van mogelijke processen tegen hem, het Koloniaal Bestuur de voordeelen zou doen genieten, die het bij het aantegaan kontrakt voor de Koloniale Kas zou bedingen. Beide deze bepalingen, de laatste eenigzins gewijzigd, hebben eene plaats gevonden in de voorwaarden der aan- besteding (zie Bijlage A) en zoo het Gouvernement geene ongehooide nalatigheid heeft begaan, mogen wij aannemen, dat ook het kontrakt met den heer Sewell — thans aan de Aruba Island Phosphate Company overgegaan, __ gelijklui- dende bepalingen zal bevatten, dat dus het Gouvernement niet alleen gevrijwaard wordt voor alle mogelijke gevol- gen van processen die men het mogt aandoen, maar dat het ook ontheven zal zijn van alle aansprakelijkheid «wegens geschillen, die wegens het verleenen der con- cessie ontstaan mogten tusschen den verkrijger en de houders van andere concessiën van welken aard ook, en onverschillig onder...”