1 |
|
“...slotte nog een woord.
Wij hebben van dezen en genen wel eens gehoord: de
heer Godden heeft Santa Barbara, van waar hij zoo vele
duizende tonnen ’s jaars uitvoert; hij is betrokken in de
zwavelmijnen op het eiland Saba, hij is aan het doen van
onderzoekingen op zijne gronden in het Westelijk gedeelte
van Curasao; wat verlangt hij meer ?
Regt en niets dan regt, om van dat regt een goed en
behoorlijk gebruik te maken in het belang van zich zelven,
zijne vennooten, de Arubiaansche bevolking en de Kolo-
niale kas.
De Koloniale kas ? Zou het niet meer in haar belang
zijn Aruba in andere handen te zien, is de concurrentie
niet in alle opzigten wenschelijk ?
v Daar waar het de productie voor binnenlandsch gebruik...”
|
|