1 |
 |
“...aangelegenheid te doen kennen.
Hieraan voldoende, heb ik de eer te berigten, dat des Gezagheb-
bers gevoelen, als zou het, vooral sedert de Verordening van 8/9
Mei 1867, P. B. No. 4, ongeoorloofd zijn, dat personen, aan wie
domaniale gronden op Aruba in Concessie zijn afgestaan, die gron-
den wederom aan anderen overdragen zonder toestemming van het
Gouvernement, my onjuist voorkomt, tenzy de Gezaghebber hier een
overdragt in vollen en vrijen eigendom mogt bedoelen, gelyk de aan-
vankelyke gang zyner redeneéring eenigzins laat vermoeden. In het
laatste geval zou ik echter nog verder gaan dan de Gezaghebber, en
meenen, dat de overdragt, zelfs met toestemming van het Gouverne-
ment, niet zou kunnen geschieden, daar niemand, met wiens toestem-
ming dan ook, meer regt aan anderen kan overdragen, dan hy zelf
heeft, en er van eene verkryging van den vollen en vryen eigendom
by afstand van gronden in Concessie, zooals die in deze Kolonie
steeds is begrepen, geen sprake is Dit blykt duidelyk uit art...”
|
|
2 |
 |
“...3S
waaronder hy zelf het bezit, aan anderen overtedragen, ook zonder
toestemming van het Bestuur. Deze beperking der bevoegdheid zou
uit den inhoud der voormelde Reglementen of Verordeningen, Grond-
brieven of Beschikkingen moeten voortvloeijen en dit is geenzins
het geval.
De Gezaghebber spreekt eindelyk nog van de mogelykheid om de
geconcedeerde gronden te beschouwen als in erfpacht afgestaan, maar
die beschouwing kan nimmer gelden, want erfpacht geeft nooit regt
van eigendom op den grond, hoe beperkt dan ook, maar vordert inte-
gendeel de voldoening eener jaarlyksche pacht aan den eigenaar als
eene erkentenis van diens eigendom, (art. 759 B. W.) Ook onder-
scheidt de bovenaangehaalde verordening van 1867 uitdrukkelyk den
afstand in erfpacht van dien in Concessie.
De Prokureur Generaal,
(get.) J. RAMAER.
Aan den heer
Gouverneur van Ouragao.
Wij waren een grooten stap verder gekomen. Wij wisten
thans dat door het Gouvernement onder afstand in con-
cessie verstaan werd een afstand in eigendom...”
|
|
3 |
 |
“...de, zonder eenige hoegenaamde
betaling daarvoor aan ’s Rijks koloniale kas te doen, in
vollen en vrijen eigendom worden afgestaan», maar wij
laten dit Reglement buiten beschouwing, daar het, ofschoon
wel het denkbeeld van de concessie, gelijk deze in de
kolonie begrepen wordt, uitdrukt, het woord zelf echter
niet vermeldt.
Niettegenstaande deze gunstige bepaling van het Regle-
ment van het jaar 1824, waren de meeste gronden op
Aruba, zoo al niet alle, tot het jaar 1839 precair bezeten.
De gezaghebber van de kolonie Curasao, waaronder Aruba
behoort, de baron van Raders, deed toen eene reis naar
dat eiland, en nog weten de ouden van dagen te vertellen,
dat zich eene deputatie van ingezetenen bij die gelegen-
heid tot ZHEG. begaf en er op aan drong, dat er ter ver-
mijding van moeijelijkheden en onaangename verschillen
tusschen de bezitters onderling en tusschen dezen en het
Gouvernement, aan ieder bewijzen van eigendom der
door hem bezeten gronden zouden worden uitgerejkt. De...”
|
|
4 |
 |
“...37
Gezaghebber de billijkheid van bet verzoek inziende be-
loofde in dien geest bepalingen te maken en zoo kwam
de publicatie van 1839 in het leven. Zij die vroeger gron-
den precair hadden bezeten, zoomede velen die toen voor
het eerst stukken grond hadden aangevraagd, kregen de
verzochte bewijzen van eigendom, dat is de concessie-
brieve n.
In die publicatie wordt gesproken van afstand van
gronden en wettige overdragt; afstand en wettige over-
dragt geeft ongetwijfeld eigendom; — mendenkeslechts
aan het cedeerende (afstaande) en transporteerende (overdra-
gende) van de oude koop- en opdragtbrieven, — en toch
worden de bewijzen van die eigendomsverkrijging in die
publicatie concessiebrieven genoemd. «Zoo is het, dat
Wij, alvorens de concessiebrieven van gronden aan de
belanghebbenden uit te reiken, het noodig achten en goed
gevonden hebben en verstaan, te verklaren zooals gechiedt
bij deze: dat het wettiglijk overdragen van den grond niet
moet verstaan worden eenige inbreuk te maken op...”
|
|
5 |
 |
“...het Koninklijk Besluit
zooeven aangehaald slechts betrekking heeft op de gron-
den vóór dien tijd precair bezeten. Wij schrijven een
concessiebrief van het jaar 1865 af om aan te toonen dat
toen nog met den afstand in concessie afstand in eigendom
bedoeld werd.
No. 794.
De Gouverneur van Guragao en onderhoorigheden.
Allen den genen, die deze zullen zien, doen te weten:
Dat krachtens de by missive van Zyne Excellentie den Heer
Minister van Koloniën dd. 14 December 1843 L\ B. N°. 13 aan
den Gezaghebber dezer Kolonie verleende magtiging om op Guragao,
Bonaire en Aruba, tot ontwikkeling van landbouwkundige ondlerne~
mingen, gronden af te staan, aan en ten voordeele van:
Philip Christiaans
in allodialen eigendom enbezit wordt overgedragen, onder
uitdrukkelijk voorbehoud op de mynen, welke onder den grond mogten
worden bevonden, overeenkomstig met de in het Moederland bestaande
wetten en onder de voorwaarden verder vermeld in de beschikking
van dit Bestuur in dato 3 February 1865, No. 14.
Een...”
|
|
6 |
 |
“...uur tot vier uur ’s middags.
7°. Wanneer de Concessionaris geen genoegzaam aantal werklieden
tegen de in het voorgaand artikel vermelde voorwaarden of
daglooners op Aruba kan bekomen, kan hij zich tot den
Gouverneur der Kolonie wenden om vergunning tot het invoe-
ren van werklieden van andere plaatsen. De Gouverneur beslist
op dat verzoek, zooals hij in het belang van de onderneming
en dat van het Bestuur en van de openbare orde en veiligheid
noodig acht.
8°. De directeur der mijnen zal den Gezaghebber op Aruba, steeds
op de hoogte houden van alles wat de werkzaamheden betreft,
hij zal voorts de regten en verpligtingen de werklieden duide-
lijk moeten omschrijven.
9°. Het Bestuur der Kolonie zal, in overleg met den concessionaris
de onderneming zooveel mogelijk beschermen en aanmoedigen.
De kosten die daarvan het gevolg zijn, zoomede die tot hand-
having van de orde bij de werkzaamheden, komen ten laste
van den Concessionaris, die gehouden is, voor de voldoening
dier kosten vooraf zekerheid...”
|
|
7 |
 |
“...91
11°. De Gezaghebber op Aruba en de Gouvernementsbeambten,
die daartoe door hem worden aangewezen hebben ten allen
tijde het regt om de inrigtingen en de mijnen der maatschappij
te bezoeken»
Tot nakoming der bovengemelde voorwaarden verbinden de onder-
geteekenden zich als naar regten.
Aldus aangegaan op Curasao, den 31 December 1867.
(get.) GORSIA.
(get.) F. ISOLA.
Geïnterpreteerd door my aan den Heer F. Isola in de Engelsche taal.
De Beëedigde Interpreteur,
(get.) W. B. Mellink....”
|
|