1 |
 |
“...bevreesd dat
wij U den vreemde zullen overleveren, dat wij den band
die U aan Nederland en Oranje snoert zullen verbreken;
neen, door U in de gelegenheid te stellen de rijkdommen
die Uw bodem oplevert, te ontwikkelen, zullen wij trachten
U eene betere toekomst te verzekeren.»
Daarom werd dan ook dat Koninklijk woord door elk
regtgeaard Curagaonaar als een blijde boodschap begroet,
met innige dankbaarheid vernomen.
De Volksvertegenwoordiging betuigde instemming met
dat woord; ook haar zij onze dank gebragt.
Zal het echter in alle opzigten bewaarheid worden?
Zal Guragao inderdaad Nederlandsch blijven?
Zal de kolonie wezenlijk eene betere toekomst tege-
moet gaan?
De bevestigende beantwoording dezer vragen hangt af
van de maatregelen, die de Regering, —• welligt in overleg...”
|
|
2 |
 |
“...geval.
Dikwijls worden duizenden en duizenden verteerd en niets
wordt gevonden dat waardig is geëxploiteerd te worden.
Indien de kansen van vinden als 1 : 3 stonden, dan nog
zou de premie te gering zijn, maar die kansen staan
welligt niet eens als 4 : 40.
En dan die «noodzakelijk gemaakte onkosten,» welk
een ruim veld voor chicanes, die den ontdekker zullen
kunnen in den weg gelegd worden! Met een weinigje
goeden wil voor de partij die men voornemens is de voor-
keur te geven, mag de ontdekker nog dank zeggen, zoo
hij er zijn geld uithaalt. Tijd, moeite, kennis, dat alles
zal hij te vergeefs hebben aangewend of opgeolferd. Waar-
lijk er zijn op Curasao of in de omstreken niet vele des-
kundigen onzinnig genoeg om zich aan die kansen te wagen.
De ontdekker moet zich kunnen vleijen met de hoop —
geen valsche hoop — dat hem ook de exploitatie zal
worden vergund. Yan het oogenblik dat hij de vergunning...”
|
|