1 |
|
“...onder ver-
pligting nogthans, om de schade te vergoeden, door dit at breken
en wegnemen veroorzaakt; kunnende evenwel tusschen partijen
overeengekomen worden dat het Gouvernement die gebouwen
voor de waarde kan ovememen, doch dat in elk geval het
Gouvernement het regt van terughouding op die gebouwen zal
hebben, tot dat de huurder het verschuldigde ten volle voldaan
heeft.
g. dat de huurder in geen geval vermindering van huur zal mogen
vorderen, hetzij wegens gewone of voorziene, hetzij wegens bui-
tengewone of onvoorziene rampen, of wegens verlies van gewas,
of om welke reden ook.
Art. 6.
Alle uitgegeven gronden, onder welken titel ook, moeten op straffe
van vernietiging der overeenkomst, binnen een jaar na het aangaa n
der overeenkomst door den verkrijger behoorlijk omheind of gefran-
keerd zijn.
Art. 7.
Niet naleving van de in deze verordening, of bij deswegens aan-
gegane overeenkomst, bepaalde voorwaarden, geeft, nadat de weder-
partij in gebreke is gesteld, aan het Gouvernement grond...”
|
|