1 |
|
“...35
spa
§ II
sues®
mm
de sagi der XXV moekims, aan de noordwestzijde de sagi der XXVI moekims,
aan de zuidoostzijde de sagi der XXII moekims, Een moekim, is een parochie,
een kerkelijke gemeente, bestaande uit een aantal dorpen, die samen een kerk
hebben. Deze moekims hebben zich vereenigd tot oeleebalangschappen: de
landen der III, IV, VII moekims enz. De oeleebalangs waren de eigenlijke vorsten
des lands, en werden dan ook veel radja (= vorst) betiteld. Hun naam beteekent
krijgsoverste, maar hun voornaamste en meest opbrengende taak was die van
rechter. In den oorlog werden ze dikwijls op zij en voorbij gestreefd door ge-
wone bendehoofden, die meer aanleg hadden tot aanvoering in den krijg; ook
kwam dan groote invloed aan de oelama’s, de Mohammedaansche wetgeleerden,
.wier; bevelen in den heiligen
oorlog stipt gevolgd moesten
worden. Maar in vredestijd
waren de oeleebalangs onbe-
perkt heer en meester in hun
eigen gebied; in naam waren
ze onderdanigheid, ipaar inder-
daad alleen schatting...”
|
|