Your search within this document for 'karton' resulted in one matching pages.
1

“...68 Het water graaft in de buitenmantels der vulkanen diepe ravijnen uit, bij de groote bergen soms een paar honderd meters diep; hun aantal neemt benedenwaarts toe. Bij werkende bergen begint de ravijnvorming pas eenige honderden meters onder den top, omdat om den krater heen asch en zand telkens gelijkmatig worden neergelegd. Echter kunnen heftige erupties zelve ravijnen vormen, juist aan den top beginnend; bij sommige bergen komen ze voor (vgl. het karton Smeroe in Bos’ Schoolatlas, kaart 35). Is er geen werking, dan vernielt het water langzaam de bergen; velen zijn tot ruïnen geworden, waarin de voormalige kraters niet of nauwelijks herkenbaar zijn. De vulkanen bestaan uit hunne eruptieproducten: de zeer fijne asch; het grove zand; steenen en lava. Asch en zand zijn verreweg overheerschend. Zij verharden tot tuf onder invloed van het water. Lavastroomen hebben vele vulkanen mede opgebouwd, maar zijn in historischen tijd slechts uit weinige meer te voorschijn gekomen. Vele bergen geven...”