1 |
|
“...vallen ook menschen aan,
vooral inlanders, die alleen loopen in den donker. De tijgers leven liever in
de rietwildernissen dan in de dichte wouden, waarin zij zich niet zoo snel
kunnen bewegen. Dikhuidigen maken hun paden daarentegen veelal in de
bosschen. Olifanten leven op Sumatra2), evenals tapirs. Rhinocerossen
zijn op Java zeer zeldzaam geworden; slechts in enkele bergstreken van
West-Java vindt men er nog; op Sumatra en Borneo zijn er meer. De schuwste
dieren onder het groote wild zijn de bant engs, wilde runderen; groote,
mooie dieren, die op Java, Sumatra en Bali leven. Op de beide eerste eilanden
komen ook wilde honden voor, sterke fraaie dieren. Evenals de dikhuidigen
zijnde Maleische beren (Sumatra en Borneo) planteneters. Talrijk en door
^'u'3a 4000 K.G. Totale rietsuikeroogst 11200 mill. K.G.
ava 1750 » » „ bietsuikeroogst 4300
t , 2300 . , (het laatste ciffer was voor ’
Amerika buiten Cuba 2300 , „ 1914-’15 8300 mill. K.G.)
«taSStapi? ' ,IS “""'“"8“ ™ ing=vo„d...”
|
|