1 |
|
“...De wereldopbrengst aan ruwe kaoetsjoek bedroeg in 1914 ± 120000 ton (van
1000 K.G ) *), waarvan 100000 ton zuiver product werden verkregen, die echter
werden verwerkt tot ± 700000 ton eindproduct door vermenging; bij vele
voorwerpen is de kaoetsjoek alleen bindmiddel voor de surrogaten. Deze ver-
menging is bijna altijd vervalsching, want de eigenschappen van de kaoetsjoek
vertoonen zich bij de mengstoffen in mindere mate. Zij geschiedt o. a. met oliën,
met metaalverbindingen, met teer, pek, asfalt, cellulose, zetmeel, dextrine, roet|
vischafval.
Het verbruik is verreweg het grootst in de Vereenigde Staten. De waarde van
den wereldoogst was voor 1914 te schatten, op 1000 millioen gulden.
Inlandsche landbouw voor de wereldmarkt.
De cassave-aanplant is pas in deze eeuw op Java zoo sterk uitgebreid,
dat de productie voor den uitvoer van groote beteekenis werd. Dit uit
Amerika ingevoerd knolgewas levert het tapioca-meel, dat vroeger alleen in
de industrie werd gebruikt, vooral in weverijen...”
|
|