1 |
|
“...„perk”
mochten beheeren, mits ze de muskaatnoten en de foelie tegen vaste
prijzen aan de Compagnie afstonden; sedert 1873 zijn de perkeniers in de teelt
geheel vrij.
§ 5, Dc Inlandsche landbouw en veeteelt.
Deze is zeer belangrijk; van de totale landbouw-
productie leverde de Inlandsche landbouw in 1924 twee
derden, voor den uitvoer echter slechts een vierde, doordat
hij hoofdzakelijk voedingsgewassen produceert. Het
voornaamste daarvan verdient het eerst een bespreking.
Rijstbouw. Deze is de spil, waarom de Inlandsche
huishouding draait. Op Java, groot 17 millioen bahoe,zijn
ÏO millioen bahoe (1 bahoe of bouw = 0.71 H.A., dus
ruim 7 millioen H.A.) bouwgronden en van deze de kleine
helft (45 %) bevloeid, dus sawah’s, die jaarlijks ± 53 mil-
lioen pikoel rijst leveren. In de Buitengewesten kan men
de oppervlakte slechts schatten; de beste rijstbouwers aldaar
zijn de Baliërs en de Sasaks (opLombok); op hen moeten
volgen de Menangkabauers, de B at aks (vooral de Toba-
Bataks), de Atjehers...”
|
|