1 |
|
“...(waarde f 140 m.).
De productie van aardgas bedroeg 113.000 ton.
In 1924 was de productie gestegen tot 2.926.000 ton, met
een waarde van ± f 145 mill.
De voornaamste producten der olie-industrie zqn: kerosine (Iichtolie), benzine
en gasoline (voor motoren) en stookolie (of residu, Eng. liquid fuel,
Russ, masoed; voor stoomschepen); verder nóg: smeeroliën, paraffine,
kaarsen, batik-was (voor Java), batching-oil (voor het soepel maken
van jutevezels in Britsch-Indië), turpine (minerale terpentijn), Diesel- en
Solar-olie (voor motoren), asphalt, enz. Totale uitvoer in 1922
voor ruim / 330 mill, (benzine en gasoline alleen ruim ƒ 123 m).
Fabrieken voor petroleumblikken (van ± 18 liter) vindt men in de
petroleumsteden, ook op Samboe; het blik komt uit Europa. De grootste...”
|
|