1 |
 |
“...rietsuiker en hop. De waarde
van den fruitoogst beliep in 1910 6,6 millioen dollars. De veeteelt is van groot
belang evenzoo de wolproductie. De vischvangt is er zeer overvloedig. Het ge-
wicht van de zalmen, welke in de Oregonzijde der Columbia-rivier en in andere
kuststroomen werden gevangen, bedroeg 35 millioen ponden in 1910.
Onder de mijnbouwproducten zijn te vermelden, goud, zilver, koper en
steenkool. Graniet en ander berggesteente worden gewonnen. Andere mineralen
zijn kwikzilver, nikkel, kobalt, lood en gips; granaat en opalen worden gevonden.
De totale waarde der mijnbouwproductie in 1910 bedroeg 3,7 millioen dollars.
In 1905 waren in den Staat Oregon 1602 nijverheidsinrichtingen gevestigd,
met een kapitaal van 44 millioen dollars, waarin 1769 geëmployeerden en
18 523 werklieden arbeid vonden. In die inrichtingen werden grondstoffen
gebruikt voor eene waarde van 30,5 millioen dollars; zij leverden producten op
ter waarde van 55,5 millioen dollars.
De verschillende takken van nijverheid...”
|
|
2 |
 |
“...Duizende vierkante mijlen vruchtbaar land zijn geschikt voor
kolonisatie. Rubber wordt in groote hoeveelheden verzameld en wordt van
Iquitos langs de Amazone-rivier vervoerd.
De guano-lagen welke de Peruvian Corporation tegenwoordig nog exploiteert,
stelden haar in staat in 1910 daarvan 61 Ö75 tonnen uit te voeren.
De opbrengst van de mineralen bedroeg in 1907 £ 3,1 millioen, waarvan
voor goud £ 133 033 en voor zilver £ 651190. De andere mineralen waren
koper, lood, zink, ijzer, nikkel, kwikzilver, kobalt, bismuth, molybdenium,
vanadium, borax, steenkool, zout, zwavel en petioleum, behalve gips, porcelein-
aarde, oker en andere waardevolle aarde. De katoenindustrie is in Peru niet
zonder beteekenis.
De totaal-invoer bedroeg in 1910 £ 4,6 millioen en de totaal-uitvoer
£ 6,4 millioen. De waarde der voornaamste invoerartikelen bedroeg in 1910
(in honderdduizendtallen £) katoen 5,6, wollen manufacturen 2,9, machinerieën 3,
drogerijen 2, steenkolen 3,8, hout 2,5, tarwe 2,5, mineralen en metalen 10...”
|
|
3 |
 |
“...uitgestrekte terreinen bestemd voor de schapenteelt. De rijkdom van
Chili bestaat evenwel hoofdzakelijk in zijne minerale producten, in het bizonder
van de noordelijke provincies Atacama en Tarapaca, welke laatste in 1884, na
den oorlog van Peru werd verkregen. Het aantal werklieden in 1905 in den
mijnbouw werkzaam bedroeg 53 600, waarvan 6 500 werkten in steenkolenmijnen,
15500 in metaalhoudende mijnen, 30600 in nitraat- of salpetermijnen. De ver-
kregen metalen waren goud, zilver, koper en kobalt en mangaan. De andere
mijnproducten waren steenkool, salpeter, borax, zout, zwavel en guano. Behalve de
chemische en metallurgische nijverheid, waren de voornaamste nijverheidstakken
de vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken (bier, wijn en spiritualiën),
manufacturen, kleedingstukken, lederwaren, meubelen en aardewerk.
De waarde der uitgevoerde mineralen in duizendtallen £ was als volgt:
Goud 83, zilver 81, koper 2024, steenkool 867, borax 338, salpeter 15 635,
jodium 417, zwavel 80. De...”
|
|