Your search within this document for 'kome' resulted in five matching pages.
1

“...80 Om de nadeelen, die dus noodwendig het regentschap aankleven, is het een vereischte, dat de Grondwet door een goede regeling der materie daaraan zooveel mogelijk tegemoet kome. Wy zullen zien, dat wy in dit opzicht allerminst over onze Grondwet hebben te klagen. In de eerste plaats is het noodig, dat de Grondwet met juist- heid bepale, wanneer tot een regentschap moet worden overgegaan, met aanwijzing van een deugdelijken weg om er toe te geraken. Voorts is het gewenscht, dat een goed stelsel van keuze worde aan- genomen en dat de macht van den Regent duideiyk worde omschreven. Ten slotte, wat zeker niet het geringst geteld mag worden, moeten de noodige waarborgen worden gegeven, dat bij het op- houden van de incapaciteit des Konings, deze het regeeringsgezag weder kan aanvaarden. In twee gevallen is de benoeming van eenen Regent noodzakeiyk, nl. 1. in geval van minderjarigheid des Konings 1 2), en 2. in geval de Koning buiten staat is, de regeering uit te oefenen z). Overeenkomstig...”
2

“...370 statistiek onder hen die de noodige gegevens hebben te verschaffen meer tot ontwikkeling kome. Een der belangrijkste onderdeelen van de statistische werkzaamheid wordt gevormd door de eigenlijke bevolkingsstatistiek. De grondslag daarvoor wordt in de eerste plaats gevormd door de volkstelling. Dit werd reeds gevoeld in 1828, toen bij besluit van 29 September (Stbl. n. 57) een tienjaarlijksche volkstelling werd ingesteld. In de considerans van dit besluit kan men toch lezen, dat zonder een nauwkeurige volkstelling, de statistieke opgaven weinige zekerheid opleveren, alzoo de bepaling van het juiste getal der inwoners van een land tot grondslag behoort te worden genomen van alle verdere nasporingen dienaangaande, terwijl verder werd overwogen, dat er in het Koninkrijk der Nederlanden tot op dat oogenblik toe nog geene algemeene, eenparige en gelijktijdige volkstelling, volgens bepaalde voorschriften had plaats gehad, en dat het uit hoofde van den gedurigen aanwas der bevolking van belang...”
3

“... anders gezegd, zij heeft betrekking tot de kapitaalvorming in de maatschappij. Uit den aard der zaak kan de Staat de volkswelvaart niet recht- streeks bevorderen, wel kan hij daarentegen zooveel mogelijk trachten de voorwaarden te scheppen, waaronder deze tot de hoogste ontwikkeling kan komen, de belemmeringen wegnemen welke aan die ontwikkeling in den weg staan. Het is daarbij zijne taak zooveel mogelijk zorg te dragen dat elke groep der maat- schappelijke samenleving daarbij tot haar recht kome. De staatswerkzaamheid welke wij hier bespreken laat zich onder- scheiden in eene algemeene en eene bijzondere. Terwijl de eerst- genoemde de algemeene voorwaarden schept, waaronder de volks- welvaart tot ontwikkeling kan komen, regelingen treft welke op het geheel der voortbrenging, verdeeling en kapitaalvorming betrek- king hebben, wijdt de bijzondere zich aan den arbeid van afzon- derlijke groepen der samenleving, aan afzonderlijke takken van voortbrenging. Algemeen gedeelte. ยง 1. Bevordering...”
4

“...639 c. het dienen van advies en het ontwerpen van overeenkomsten en regelingen op verzoek van daarbij belanghebbenden, d. het voorkomen en vereffenen van geschillen over arbeidsaange- legenheden, ook voor zoover noodig, door te bewerken dat eene scheidsrechterlijke uitspraak tusschen de partijen tot stand kome. De oprichting van een Kamer van Arbeid geschiedt, waar de be- hoefte daaraan is gebleken en een behoorlijke samenstelling moge- ljjk blijkt, bij Koninklijk besluit, op voordracht van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Ontbinding of opheffing hebben op gelijke wijze plaats. De Kamer wordt opgericht, hetzij voor n gemeente hetzij voor verschillende gemeenten gezamenlijk en wel voor en bedrijf of voor verschillende bedrijven. Zij bestaat uit een bjj Koninklijk besluit be- paald gelijk aantal patroons en werklieden. Deze leden worden door de belanghebbenden zelf gekozen, de patroons door de patroons,de werklieden door de werklieden x). Met het oog daarop worden jaar- lijks...”
5

“...zelfvertrouwen noodig heeft, terwijl bovendien de kunst om te regeeren en de gewoonte van te bevelen hem niet vreemd mogen zijn. Eindelijk zal hij ook in uiterlijke vormen zich moeten onderscheiden, en dat zeker niet het minst tegenover eene bevol- king, die daarop, evenals alle Oosterlingen, hoogen prijs stelt. Behalve deze vereischten, die uit den aard der betrekking voort- vloeien, eischt de wet, dat niemand, dan die Nederlander is en den dertigjarigen ouderdom bereikt heeft, daarvoor in aanmerking kome 1). Als waarborg voor de onafhankelijkheid van den Gouver- neur-Generaai strekt de bepaling, dat hij rechtstreeks noch zijde- lings mag zijn deelhebber in of borg voor eenige onderneming, ten grondslag hebbende eene met de Indische Regeering om winst of voordeel aangegane overeenkomst, dat hjj geene schuldvorde- ringen mag koopen ten laste van Nederl.-Indi en dat hij recht- streeks noch zijdelings deel mag hebben in ondernemingen van handel en scheepvaart in Nederl.-Indi gevestigd, noch eigenaar...”