1 |
 |
“...toebehooren door daarvoor aangewezen ambte-
naren. Bij weigering van de vergunning is er hooger beroep op
eene commissie van beoordeeling, uit vijf leden samengesteld. De
in gebruik zijnde stoomtoestellen blijven, met hun toebehooren,
aan een Regeeringstoezicht onderworpen. Tenminste eenmaal in de
twee jaren (Kon. besluit van 19 October 1896, Stbl. n. 163) zijn
de ambtenaren verplicht een inwendig onderzoek omtrent de deug-
delijkheid van den ketel in te stellen, waarbij de ketel buiten wer-
king gesteld moet worden, en, zoo z(j dit noodig oordeelen, den
ketel op nieuw te beproeven. B(j de stoomketels der stoomvaartuigen
geschiedt dit inwendig onderzoek ten minste eenmaal sjaars.
Voor de uitoefening van het bij de stoomwet voorgeschreven
toezicht is het Rijk verdeeld in zeven districten. Het is onder den
Minister opgedragen aan een hoofdingenieur, die hierin wordt bij-
gestaan door ingenieurs, adspirant-ingenieurs en opzichters voor
1) Zie noot 1 bladz. 604. Deze wijziging was noodig geworden...”
|
|