Your search within this document for 'deo' resulted in three matching pages.
1

“...rust op den minister van Justitie, terwijl een vreemdeling, omtrent wien men verwacht dat zijne uitlevering zal worden aangevraagd, voorloopig in hechtenis ka worden genomen. Ook merken wij hier nog op, dat geene uitlevering mag toegestaan worden dan na verhoor der rechtbank onder welker ressort de opgeischte persoon is aangehouden of zich bevindt e dat hij, die beweert Nederlander te zijn 2) weshalve de wet n op hem van toepassing zou zn, de beslissing van den Hoogen Raad kan inroepen. j va. 12 Deo 1892 (Stbl n 268): Als Nederlanders beschouwt deze wet hen, die het ziin volgens de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, als- mede hen, die in de Nederlandsche kolonin of bezittingen in an er werelddeelen uit aldaar gevestigde ouders zijn geboren....”
2

“...het ongenoegzame van dit voorschrift. Toch kwam eerst in 1889, na een tweetal mislukte pogingen en nadat een parlementaire enqute de noodig gebleken gegevens voor een nadere regeling had verschaft, de thans nog geldende wet, houdende bepalingen tot het tegengaan van overmatigen en gevaarlijken arbeid van jeugdige personen en vrouwen (wet van 5 Mei 1889, Stbl. n. 48) 1) tot stand. 1) Gewijzigd bij art. 30 der Veiligheidswet (wet van 20 Juli 189B, S. 137) en de wetten van 20 Juli 1895, S. 138, 31 Deo. 1896, S. 259 21 Oot. 1902, S. 185, 28 April 1906, S. 97 en 1 Juli 1909, S. 244. Bij de Eerste Kamer der S. G. is een wijzigingsontwerp aanhangig. Zie verder bladz. 631 noot 1....”
3

“...ontslag te nemen, terwyi overigens het lidmaatschap vervalt door vestiging buiten de kolonie, door het verlies der vereischten, of tengevolge van onbekwaamheid, om als kiezer op te treden, en eindeiyk door het aannemen eener met ht lidmaatschap onvereenigbare be- trekking 4). Evenals by elke andere vertegenwoordiging die wij in den loop van dezen arbeid hebben leeren kennen, is het beginsel van openbaarheid 1) Het kiesreglement is vastgesteld bij koloniale verordening van 15 Febr. 1868, gew. 18 Deo. 1893, 14 Dec. 1899 en 24 Dec. 1901. De geldende tekst is bekend gemaakt bij resolutie van 4 Jan. 1902 Gouvernementsblad n. 1. De door de kiezers te betalen som is op ten minste f 40 bepaald. 2) Reg.-regl. art. 70. 3) Artt. 71, 72, 73, ibid. 4) Artt. 74, 77 en 78, ibid....”