Your search within this document for 'breve' resulted in two matching pages.
1

“...invloed uit op de benoeming van den aartsbisschop en de bisschoppen. In Noord-Nederland is dit concordaat nagenoeg onuitgevoerd gebleven. De zoogenaamde Hollandsche Missie bleef bestaan. Een nieuw concordaat is sedert niet tot stand gekomen; de slotsom der tusschen den Pauselijken Stoel en de Nederlandsche Regeering gevoerde onderhandelingen was de verklaring van deze laatste, dat niets de vrjje organisatie der Katholieke Kerk in dit Koninkrijk verhinderde. Als gevolg hiervan werden bij pauselijke breve van 4 Maart 1853 vijf bisdommen, Utrecht, Haarlem, s Hertogenbosch, Breda en Roermond, het eerste met het karakter van een aarts- bisdom, hersteld. Wanneer wy hier, voor zoover noodig, thans de grondwettelijke bepalingen nog nader behandelen, dan moeten wij in de eerste plaats opmerken, dat deze in hoofdzaak dagteekenen van 1848, slechts het voorschrift van het tegenwoordige artikel 171 kwam reeds aldus in de Grondwet van 1815 voor. Dat het zesde hoofdstuk der Grondwet in 1887 geen wijziging heeft...”
2

“...Bourgondi. Zie Personenljjst. Bourgondische Huis, XX, 44, 104 I 667. Bouw (vlaktemaat), 803, 852. Bouwen. Beperking van eigendoms- I recht, 33. in verboden kringen, 343. Politie op het , 281. Zie Woningwet. Bouwverbod, 400. Bouwgeld, 724, 726, 728. Bouwkunde, 462. Bouwplan. Zie Hinderwet, 638. Bouwwerk. Zie Caissonwet, 647. Brabant, 156. Brabantsche Joyeuses entrdes, 45 Brand, 312. Onteigoning bij ______ 34, 544. Brandgevaar, 553, 737. Hu. Brandstichting, 22. verzekering, 553 Brandweer, 359, 737. Breve, 409. I Briefport, 887. Zie Posterijen. Brievengoheim, 36, 361. malen, post. 251, 571, vervoer, 574, 579, 582, 887. Britsch-Indirs, 892. i Britsche Protestantsche Gemeente 869. I Brittanie, Groot-. Zie Engeland. [ Broederdienst, 325, 962. Zie Militie. Broeikassen, toezicht op , 599 Bruggen, 250, 502. gold, 682. Budgetrecht, 91. t Buitenbezittingen in Ned.Indi 772 782, 795, 797, 821., 840,W I Zie onder Kol. Bestuur, j Buitenlandsch beleid, 124. I Buitenlandsohe betrekkingen, Zie Koning, 106...”