1 |
 |
“...Antillen (12, 22 en 54). De vegetatie dezer
eilandjes is zeer uniform en algemeen desolaat (zie photos) i
Bsch komt zelden voor. Het plantendek is overwegend open,,
arm en xerophytisch en bestaat hoofdzakelijk uit doornige en
sclerophyle struiken, cacti en spaarzaam gras met enkele afzon-
derlijke laag groeiende boomen (divi-divi, campche, vrucht-
boomen en cocospalmen).
Langs de kust komt een onbelangrijke strandflora en man-
grove voor.
Op de z.g. Hofjes worden hoofdzakelijk voor eigen gebruik
sorghum, aardvruchten, alo, benevens wat groenten en fruit
verbouwd.
Groote plantages komen hier niet voor en slechts weinig"
weiland met wat dor gras en kruiden.
Tropisch woud ziet men alleen op de hoofdvulkaan van St..
Eustatius en in het Colombier-dal van St. Maarten. Vroeger
bezaten deze eilandjes een rijkere flora, doch de combinatie van
mensch en geit, de wind, de droogte en de grondgesteldheid.
voerden tenslotte tot de huidige schrale vegetatie.
In 1498 was St. Maarten nog boschrijk en werd door...”
|
|
2 |
 |
“...16
farming methoden zal de landbouw dezer eilanden sterk ten
goede kunnen benvloeden,
De bevolking kan stellig door de uitbreiding van de teelt van
voedingsgewassen als aard- en peulvruchten, mais en sorghum,
van olie-leverende planten als cocos, pinda en olijf, van fruit,
groenten en sisal en tenslotte ook de teelt van geiten, konijnen,
ezels en pluimvee, alsmede door de visscherij voor een zeer
groot deel self supporting gemaakt worden.
Suriname (21 en 54). Ongeveer tachtig procent van dit land
bestaat uit tropisch oerwoud.
Ofschoon dit veel boomsoorten bevat, is toch de bruikbare
houtvoorraad per hectare gering, zoodat de handel in mooie
en goede houtsoorten van geen overwegende beteekenis is. De
ondergroei, die vooral in het laagland zeer dicht is, kan in het
hoogere deel meermalen ontbreken. Lianen en epiphyten komen
echter overal voor. Behalve hout levert dit land nog andere
bschproducten als rubber, zaden en medicinale stoffen.
Achter de kust, met een weinig mangrove- en strandvegetatie...”
|
|
3 |
 |
“...38
staan, waardoor de xerophytische alo hierin begon te rotten.
W is het percentage water in den grond op het moment van
verwelken van de plant; men benadert dit cijfer volgens
M21
Briggs en Shantz met de formule W = ---------- en een graad
2.9
van nauwkeurigheid van ruim 8 %.
Voor enkele ook in West-Indi voorkomende planten geven
zij de volgende verwelkingsgrenzen op:
Zand Leem ' Klei
(M = 2030 o/0) (M = 45-60o/0) (M = 55-70 P/0) '
Sorghum 14 911
Citrus
Millet 811
Graminen 812
Katoen 10-11
Eik 11
Het porinvolume dezer gronden, zooals men dat theoretisch
en benaderend berekenen kan uit D1, varieert voor al deze
gronden betrekkelijk weinig. Het wisselt tusschen 35 en 77 %
en is gemiddeld 51 %. Op Cuba werden door Bennett en Allison
overeenkomstige cijfers tusschen 42 en 80 % bepaald.
De resultaten zijn in de achterstaande tabel samengevoegd.
Volgens de granulaire analyse blijken de meeste eiland-
grondn grindhoudende leemen, arm aan klei, de Suriname-
gronden daarentegen nagenoeg grindvrij...”
|
|
4 |
 |
“...M
,;r; ..
M^iSj
' v-- :;; ^
iwil
ii
Ka
'MmW
llra^^ ' rs
wgm
wmmm
Mmm
SaSSSEIlsH
K
-
** *
urns
EK
MR.Jn
fe#2si
/W"
ai
Wl
HBS
gsm
r£w
1
SHB
mm
mmm
A£SM
Mmm_
I. Typisch Arubaansch vergezicht. De voorgrond is begroeid met cacti en divi-divi;
het vlakke terrein daarachter bebouwd met A. Sorghum....”
|
|