1 |
 |
“...veelvuldig voor.
Evenals op de Antillen vallen de regen- en de zwakke droge
tijd hier respectievelijk samen met het eerste en tweede half-
jaar.
4. Watervoorziening voor mensch, dier en plant.
Cuba. Ondanks het voorkomen van de vele droge savanas is
de. watervoorziening van dit eiland niet slecht, al komt lokaal
watergebrek voor. Het bezit vele permanente rivieren en bron-
nen. Langs de kusten komen vele groote swamps voor. Meren
bezit Cuba weinig. Irrigatie wordt nog slechts op bescheiden
schaal toegepast.
De Nederlandsche Antillen. Hier is de zoetwatersoorziening
als gevolg van het kleine landoppervlak en het droge klimaat
zeer precair.
Permanente beekjes met drinkbaar water komen niet voor,
terwijl de vele putten vaak tot meer dan vijftig meter diep
moeten worden gemaakt. Overloopende bronnen komen er even-
eens zeer weinig voor en wel op:
Aruba aantal bronnen 1
Bonaire 2
Curagao 8
Water is hier dus wel zeer kostbaar, naar het verkrijgen
waarvan met alle middelen gestreefd moet worden...”
|
|