1 |
|
“...Allerwege
ziet men dan ook windmolens het aangeboorde grondwater op-
pompen; terwijl tallooze dammen de af loop-verliezen van den
zoo schaarsch vallenden regen zooveel mogelijk verkleinen en
dooi; infiltratie het grondwaterreservoir vergrooten. In het
algemeen vormt de soms tot meer dan tien meter diep ver-
weerde diabaas en dioriet hiervoor een goed reservoir-ge-
steente (44).
Vooral in den drogen tijd is de watervoorziening zorgwek-
kend en loopt de prijs van het water soms op tot vijf cent per
liter.
Het beste en eenvoudigste middel ter verbetering blijft voor-
loopig het vergrooten van het aantal putten en de regenwater-
verliezen te beperken door de uitbreiding van het aantal boven-
grondsche dammen. Ook beplanting met een speciaal aange-
paste begroeiing verdient aanbeveling.
5.1A3TH33
MAOAiTlMA...”
|
|
2 |
|
“...13
Het regenwater in open reservoirs bederft spoedig o.a. door
verzouting en is bovendien onderhevig aan enorme verdampings-
verliezen.
Meertjes bezitten deze eilanden dan ook niet.
Irrigatie is bij een dergelijk watergebrek vaak ondoenlijk
of technisch zeer kostbaar, zooals toepassing van het zich voor
deze omstandigheden uitstekend leenende Romeinsche amphora-
stelsel.
De amphora is een spits toeloopende aarden waterkruik van
ongeveer tien liter inhoud die schuin bij een boom wordt inge-
graven. Het water stroomt langzaam door een zeer klein gaatje
uit het spitse benedeneinde in den grond onder de wortels. Op
gezette tijden moeten deze kruiken worden bijgevuld met zout-
vrij water. Het stelsel is alleen rendabel voor bepaalde hoog-
waardige boomkulturen.
Het voor den meesten plantengroei zoo nadeelige zoutgehalte
van het water in den bodem is op d Zuidelijke aride eilandjes
vanzelfsprekend soms zeer hoog, een put bij K. Hatoen op
Curasao bevatte zelfs (44): 16380 mg/1 Cl
2568 Mg
2702...”
|
|
3 |
|
“...
ok als controlemiddel op het gewone chemische onderzoek
bewezen die beide methoden meermalen hun waarde.
De resultaten, uitgedrukt in afgeronde cijfers, vindt men
achter in de tabel van het microchemisch onderzoek. Boven de
betreffende kolommen in deze tabel vindt men steeds de laagste
(_|_) schaalwaarde, met de betrokken reactie voldoende nauw-
keurig te bepalen, opgegeven.
Alle gehalten zijn uitgedrukt in deelen per millioen van het
extract. Een d.p.m. is dus een milligram van dat ion per liter
filtraat.
Bij normaal werk zijn de cijfers hoogstens dertig procent
foutief en kunnen dus hoogstens ongeveer een derde van het
gevonden bedrag hooger of lager zijn. Bij zeer grof werken kan
dat echter oploopen tot wel vijftig procent. Wil men deze d.p.m.
gehalten omrekenen in procenten van luchtdroge fijnaarde, dan
is:
1 d.p.m. (Morgan)
1 d.p.m. (Spurway)
O.OOOZ 7o
0.0005 %
e Ver A u-P*111, vva.y / /v
^*''v Omf^dexkolommen Fe, Al en Mn zijn die ionen samenge-
f/>
Centrale Boekerij
InsttW^...”
|
|