1 |
 |
“...krimpend door het hooge colloidgehalte.
Een verbetering moet vooral gezocht worden in (machinale)
bewerking, drainage, kalken en groenbemesting.
II. De savanc^gordel. Tegenover de rijke zware kustkleien
staan de arme, zandige tot leemige laterietische savanas, die
hoofdzakelijk bestaan uit kwarts en kaolien en meestal bleek-
rood, bruin of geel gekleurd zijn.
Slechts door gebruikmaking van geschikte plantenvaritei-
ten en een zeer zware volledige bemesting met stikstof, phos-
phorzuur, kalium, calcium en humus zouden deze gronden be-
bouwbaar gemaakt kunnen worden. Alle oude plantages uit de
17e en 18e eeuw, die in dezen gordel aanwezig waren, werden
na eenige jaren weer verlaten. Ook thans nog bebouwen de
Indianen en Negers hun grondjes hier slechts gedurende een
tot drie jaar. In de daarop volgende acht a tien jaar, dat ze
deze braak laten liggen, ontwikkelt zich dan secundair bosch
en regenereert zich een beetje oerboschvruchtbaarheid (68).
In het algemeen zijn deze gronden dan ook ongeschikt...”
|
|