1 |
 |
“...B02
3. De Batoe-eïlanden. Straat Siberoet scheidt het noordelijkste der Mentawei-
nüanrian van de Bat o e-eilan de n, 3 groote eilanden benevens een 48 kleinere,
omringd door vele en uitgestrekte koraalriffen, welke misschien aanleiding ge-
geven hebben tot den naam (batoe, Mal. = steen, rots, vaak gebezigd in plaats-
namen). Het zuidelijkste groote eiland is Tana Bala, het middelste Tana
Masa, het noordelijkste Pin ie. Deze eilanden zijn schaars bewoond door
lieden van Niasschen oorsprong en verder gedeeltelijk van Maleische en Boegi-
neesche atkomst, terwijl er eenige Chineezen gevestigd zijn. Van de kleinere
eilanden zijn een twintigtal bewoond. De handel bestaat voornamelijk in klapper-
olie, de belangrijkste bron van bestaan; ook vindt men er voortreffelijk hout,
geschikt voor scheepsbouw, zoodat er ook prauwen vervaardigd worden. Verder
worden er uitgevoerd: kamfer, hars, coprah, gedroogde visch, tripang.
4. Eet eiland Nias en de Niassers. Nias is het grootste en dichtst bevolkte...”
|
|