1 |
|
“...gewenscht zou zijn om in een één- of tweemaan-
delijksch landbouwblad, in het Nederlandsch en Papië-
mentscb, de resultaten dier proeven te publiceeren' en een-
voudig gestelde artikelen omtrent landbouwzaken te geven.
De landbouwkundige zal echter, bij zijn vele werk, hier-
voor bezwaarlijk tijd kunnen vinden. Zoodra zijn werkzaam-
heden van dien aard worden, dat hulp noodzakelijk geacht
wordt, zullen dergelijke zaken ter hand genomen kunnen
worden.
De landbouwkundige zal ook nuttigen arbeid kunnen leve-
ren, door mede te werken aan de verbetering van de veeteelt.
In de eerste plaats zal getracht moeten worden het zoover
te brengen, dat er steeds, onder alle omstandigheden, vol-
doende voedsel voor het vee is. Blijven de gevolgen van
ongunstige omstandigheden nadeelig zooals thans, dat nl.
in droge tijden' geen voedsel aanwezig is en vele dieren van
honger sterven of geslacht moeten worden, om het gevaar
te ontgaan van ze door honger te zien omkomen, dan zal van
pogingen tot verbetering niet...”
|
|