1 |
|
“...het jaar 1789, bij
eene speciaal voor dat oogmerk uitgevaardigde, en
door kommissarissen van Z. D. H. Prins Willem
den Vde in de koloniën afgekondigde wet, zocht
aan te moedigen. De negerslaven zijn dus het
wettig eigendom hunner meesters en kunnen zon-
der onr egt vaardigheid te plegen niet dan door de
wet worden vrijgemaakt.
Uw antwoord is gereed: » Dit is het, wat
wij willen; slechts door de wet zullen zij vrij
worden.”
Veroorloof mij echter u te vragen: » Wie
maakt de wet?”
De Koning met de Staten-Generaal, welke het
geheele Nederlandsche volk vertegenwoordigen?
En de Nederlanders in de Overzeesche bezit-
tingen ?
Deze worden niet vertegenwoordigd....”
|
|
2 |
|
“...md aannemende en in zijn geheel
uitwerkende, zal de natie voor de opoffering tot
schadevergoeding aan de slaveneigenaars te maken,
ruimschoots beloond worden door de besparing der
jaarlijksche subsidien, en den nieuwen uitweg wel-
ken het aan zijnen handel opent; er bestaat alsdan
ook geene enkele zwarigheid tegen het onmiddellijk
aannemen van het beginsel van Emancipatie der
slaven, en ware het zeer te wenschen, dat de rege-
ring, zonder verwijl, een voorstel van wet voor dit
oogmerk aan de Staten-Generaal dede voorleggen,
de strekking hebbende van den maatregel op zoo-
danig later tijdstip in zijn geheel in werking te
brengen, als de regering, met inachtneming van al
hetgeen daaromtrent door de kolonisten mag wor-
den aangevoerd, geschikt en gepast zal oordee-
len;- — want zonder de kolonisten te hooren, is
naar mijn gevoelen, noch de Minister, noch de
vertegenwoordiging bevoegd, over zaken, hunne be-
langen zoo naauw rakende, te beschikken.
Ik eindig met mijnen landgenooten, die de Eman-...”
|
|