1 |
 |
“...staanbaar? kan vrijheid tieren op zulken slechten
grond? niet mogelijk.
Laat ons nog eens beginnen. Gij en ik wij
verlangen de bevrijding van de negers, want vrij-
heid is een regt hun door de Voorzienigheid ge-
schonken, en hetwelk alzoo geen sterveling hun
mag onthouden; doch wij erkennen tevens, dat
ook de eigenaars regten hebben, die men behoort
te eerbiedigen; — wat meer is, dat de eigenaars,
die, zoo als ik straks zal aantoonen, groot gevaar
loopen door de vrijverklaring der slaven volstrekt al-
les te verliezen, even goed als de negers aanspraak
op onze deelneming hebben. En hier is het noo-
dig, u te waarschuwen tegen misleiding door een-
zijdige berigten omtrent de mishandeling der ne-
gerslaven; niemand zal willen ontkennen, dat er
ook hierin soms misbruik van gezag plaats heeft,
overal waar willekeur heerscht, vindt verdrukking...”
|
|