1 |
|
“...VI
VOORWOORD.
ziet. — Wil men dit helpen bevorderen, dan
zal ik mij in elke veroordeeling van mijn
schrijven verheugen.
Ik heb den Majoor esser, Gezaghebber van
Cura9ao en onderhoorigheden, eenigzins ruw
de ooren gewasschen; ik zie weinig reden
zulks te verdedigen, dewijl ik die persoon
voor zijne tegenwoordige betrekking ongeschikt
acht, en zijne benoeming, vooral in dezen tijd,
als eene koloniale ramp beschouw. — Dit
moest ik aantoonen en kon het onmogelijk
doen, zonder de gronden van mijne beschou-
wing kenbaar te maken. — Tot hem heb ik
op dit punt eeniglijk te zeggen, dat indien
hij zich omtrent mij in iets bezwaard gevoelt,
hij mij steeds bereid zal vinden hem te ant-
woorden! Voor het publiek echter heb ik een
ander woord. — Er heerscht in ons gezegend
vaderland een ziekelijke afkeer van het bloot-
leggen der waarheid omtrent personen! De
onopgesmukte taal, het open vizier is niet
gewild; — men schermt zoo gaarne met het
masker......geene personaliteiten is de eeuwige
roep ! Wat...”
|
|
2 |
|
“...kolo-
nie stond aangeschreven, weshalve bij den kolonialen raad deed
vergaderen, om gezamelijk te overleggen, hoedanig zich het geld
aan te schaffen. — De loontrekkende leden hadden als naar
gewoonte niets te zeggen, en de drie overigen, welke als plan-
ters er belang bij hadden, dat de wegen in goede orde werden
gebragt, stemden gereedelijk toe, dat het bedrag door de inge-
zetenen zou worden opgebragt. — Hierop merkte iemand aan,
die hoewel geen lid, echter in den raad zitting had, dat dit
niet kon geschieden, dewijl het uitdrukkelijk bij het regerings-
reglement bepaald was, dat geene belasting zal mogen worden
geheven, zonder daartoe de vergunning van den Koning ge-
vraagd en verkregen te hebben. — Men antwoordde dat het
geene belasting maar slechts eene contributie was. — De eerste
spreker vroeg daarop, hoe men zich redden zou, in het geval
dat de ingezetenen weigerden, de contributie te betalen ?
waarop het antwoord luidde: dat de Leden van den kolonialen
raad tevens Leden van de regtbank...”
|
|