1 |
|
“...assured of the con-
tinuous sympathy and co-operation of their countrymen
at home.
(The Times of Wednesday, May 10, 1848.)
In eenige der aan den Koning gerigte adres-
sen betreffende de herziening van de grondwet,
beeft men aangedrongen op de afschaffing van de
slavernij in de koloniën. Het ware te wenschen,
dat het verlangen daartoe zich meer algemeen hadde
geopenbaard. De slavernij der negers is thans eene
onhoudbare kwestie geworden; — de beslissing daar-
van kan niet worden verschoven, zonder de kolo-
niën in den grond te helpen; — en hoe spoediger
men tot een gunstige beschikking op het verzoek
overgaat, hoe beter. Zoo als de zaken in fVesl-
Tndië thans staan, verliezen de ingezetenen van...”
|
|
2 |
|
“...• 22
en zoolang er geen geruchtmakende algeheele her-
vorming in die besturen wordt daargesteld, zal
deze overtuiging niet worden uitgewischt. Het is
een onmisbaar vereischte de Nederlandsche kolo-
nisten in de West-Indische eilanden in hunne
constitutioneele regten te herstellen. Het regerings-
reglement behelst bijkans niets, dat daartoe dienstig
is. Men mag het nutteloos, overtollig achten, de
regten van den burger in de grondwet van het
Koninkrijk naauwkeurig te omschrijven, of zelfs
hem iets als een onvervreemdbaar regt toe te ken-
nen, met die van de koloniën moet dit niet plaats
hebben. Tot hiertoe heeft men zich eeniglijk toe-
gelegd, om in elk artikel van het regeringsregle-
ment de leer, dat de Gezaghebber tegenover de
bevolking onschendbaar is, met groote trekken in
te weven; die onschendbaarheid door handelingen
van het Gouvernement gestaafd, heeft zich over
de ambtenaren uitgebreid; men dient hiervan te-
rug te komen, en het reglement te doen vervangen
door eene verklaring...”
|
|
3 |
|
“...Martinet
als zijne kennis van het militair recueil aan den
dag te leggen (2); de ambtenaren eindelijk, kun-
nen op wachtgeld gesteld worden, zonder echter
(1) De regterlijke magt is onafhankelijk van het politiek
gezag in de kolonie, zegt het regeringsreglement; het lust mij
hier een klein staaltje van die onafhankelijkheid aan te voe-
ren. — Ongeveer twee jaren geleden, wilde een Gezaghebber
geld hebben voor de reparatie van de wegen, ofschoon er
duizend gulden voor dat oogmerk op het budget van de kolo-
nie stond aangeschreven, weshalve bij den kolonialen raad deed
vergaderen, om gezamelijk te overleggen, hoedanig zich het geld
aan te schaffen. — De loontrekkende leden hadden als naar
gewoonte niets te zeggen, en de drie overigen, welke als plan-
ters er belang bij hadden, dat de wegen in goede orde werden
gebragt, stemden gereedelijk toe, dat het bedrag door de inge-
zetenen zou worden opgebragt. — Hierop merkte iemand aan,
die hoewel geen lid, echter in den raad zitting had, dat dit
niet kon...”
|
|