1 |
 |
“...VOORWOORD.
VII
Hen hiertegen te vrijwaren is de onschend-
baarheid des Konings op de dienaars van de
kroon over te brengen, met hetwelk te doen
de deur geopend wordt voor een misbruik
van gezag, hetwelk onveranderliji van de treu-
rigste gevolgen is. — Men overschrijde echter
zoo mogelijk nimmer den huisselijken drem-
pel; alles wat niet onmiddellijk met het pu-
bliek karakter in betrekking staat, blijve steeds
heilig, en hieraan heb ik mij niet vergrepen.
Overigens is de taak van misbruiken aan te
wijzen, ofschoon onbetwistbaar van het hoog-
ste belang, bij uitstek hatelijk, want daar-
voor geeft hij, die dezelve opneemt, zich zelf
tot een zoenoffer. — Geen goed wordt bewerkt
zonder veel lijden, geen volk heeft zijn heil
verworven zonder veel ramp, — en zelfs het
behoud der wereld eischte de wreedste mis-
kenning en een smadelijke dood! — Zij, die
zich bij den aanval in de verloren hoop scha-
ren , vallen in de bres; die nakomen, snellen
over hun Ijk ter overwinning en genieten
het loon...”
|
|
2 |
 |
“...erkennen tevens, dat
ook de eigenaars regten hebben, die men behoort
te eerbiedigen; — wat meer is, dat de eigenaars,
die, zoo als ik straks zal aantoonen, groot gevaar
loopen door de vrijverklaring der slaven volstrekt al-
les te verliezen, even goed als de negers aanspraak
op onze deelneming hebben. En hier is het noo-
dig, u te waarschuwen tegen misleiding door een-
zijdige berigten omtrent de mishandeling der ne-
gerslaven; niemand zal willen ontkennen, dat er
ook hierin soms misbruik van gezag plaats heeft,
overal waar willekeur heerscht, vindt verdrukking...”
|
|
3 |
 |
“...kampten manmoe-
dig, om de nadeelige uitwerking van dien maatregel
te boven te komen, en hadden zij de handen vrij
gehad in die mate , als zij het vereischten, er is
geen twijfel, of zij waren wel geslaagd; doch de
wetgeving eenmaal begonnen eene magt uit te
oefenen, welke het niet toekwam, was niet gezind
hare speelpop zoo spoedig uit de handen te geven.
Geholpen door den Minister van koloniën, die hetzij
Whig of Tory onveranderlijk afkeerig is van eiken
maatregel, welke de strekking heeft, zijn gezag over
de koloniën te besnoeijen, verhinderde het de
planters, het door de emancipatie ontstaan gebrek
aan handen voor den arbeid aan te vullen, op zoo-
danige wijze en door zulke middelen als zij daartoe
geschikt oordeelden, en toen de vergunning tot ko-
lonisatie eindelijk gegeven werd, geschiedde zulks
eerst in een laat uur, en op verre na niet in die...”
|
|
4 |
 |
“...hulpeloozen toestand op te wekken.
Den negerslaven moet de vrijheid geschonken wor-
den , doch bijaldien men niet vooraf den grond legt
tot verbetering van den zedelijken en maatschap-
pelijken toestand der blanke bevolking, is voor de
kolonie geene redding mogelijk. — Vóór alles dient
hierop gewerkt te worden: men beginne met het
emanciperen van de blanken. De koloniën dienen te
worden aangemerkt, niet als Gouvernements eigen-
dom , maar als het eigendom van de natie; wil het
Gouvernement volstrekt gezag in de koloniën uit-
oefenen , dat het zich dan bepale tot de uitvoe-
rende magt. — Het is echter volstrekt noodig, dat
de Gouverneur verhinderd worde, zich-te bemoeijen
met de maatschappelijke aangelegenheden van de
kolonie; de eerste regeling dezer zal natuurlijk van
het Gouvernement moeten uitgaan, en hoe beknop-
ter die wordt te zamen gesteld, hoe beter (1); —
(1) De zucht, om volmaakte wetten te maken, is ons uit de
Fransche heerschappij bijgebleven. — Het regeringsreglement
van het jaar 1815...”
|
|
5 |
 |
“...21
Nederlandsche, het komt er slechts op aau de
kooplieden van St. Thomas vertrouwen in te
boezemen, om hen derwaarts te lokken. Dit kan
alleen bewerkt worden door de toepassing van de
meest liberale beginselen in de vorming van een
nieuw bestuur. Halve maatregelen zijn daartoe on-
vermogend! Vrije haven is een woord zonder be-
teekenis daar, waar geen zweem van waarborg be-
staat tegen willekeurig gezag. De tegenwoordige vorm
van bestuur in de koloniën is met bet geven van
zoodanigen waarborg in strijd en een ieder, hij zij
vreemdeling of inwoner, is aan de genade van den
Majoor Gezaghebber en zijne talrijke beambten ten
prooi, zonder hoop van redres, daar tallooze wette-
lijke verordéningen gelijk zoo veel valstrikken ge-
spannen zijn, om een ieder te vangen die het bestuuh
vangen wil ! Geen vreemdeling wil zijn persoon
noch zijn fortuin daaraan wagen; ik ken de denk-
wijze van vreemde kolonisten op dit onderwerp, uit
hunnen mond, en de algeheele mislukking van
alle Gouvernements maatregelen...”
|
|
6 |
 |
“...23
en eene onafhankelijke regterlijke magt (1); de
bureaucratie dient te worden vernietigd; de Ge-
zaghebber van Curapao is Majoor, en kan dus in
het leger worden opgenomen, waar hij gelegenheid
zal hebben, zoowel zijne hoedanigheid van Martinet
als zijne kennis van het militair recueil aan den
dag te leggen (2); de ambtenaren eindelijk, kun-
nen op wachtgeld gesteld worden, zonder echter
(1) De regterlijke magt is onafhankelijk van het politiek
gezag in de kolonie, zegt het regeringsreglement; het lust mij
hier een klein staaltje van die onafhankelijkheid aan te voe-
ren. — Ongeveer twee jaren geleden, wilde een Gezaghebber
geld hebben voor de reparatie van de wegen, ofschoon er
duizend gulden voor dat oogmerk op het budget van de kolo-
nie stond aangeschreven, weshalve bij den kolonialen raad deed
vergaderen, om gezamelijk te overleggen, hoedanig zich het geld
aan te schaffen. — De loontrekkende leden hadden als naar
gewoonte niets te zeggen, en de drie overigen, welke als plan-
ters...”
|
|