1 |
 |
“...vermindering der belasting van
de ingezetenen dier kolonie, met besparing
van een deel der subsidie uit het moe-
derland , hetwelk door dien Minister, den
heer baud, gunstig werd beoordeeld; en, zoo
ik wel heb, nu korten tijd geleden, geheel of
gedeeltelijk is opgevolgd; dat ik inmiddels
in het vertrouwen op ontvangen mededeelin-
gen van wege den Majoor esser , en in het
zeker vooruitzigt van de door den Minister
eigenhandig aangekondigde verandering in de
inrigting van het bestuur van St. Eustatius,
hetwelk als een noodzakelijk gevolg, de in-
trekking van mijnen post behelsde, mij met
verlof naar Curacao begaf, en ik mij niet lang
daarna in onaangenaamheden met den Majoor
esser gewikkeld zag, ten gevolge waarvan ik
in Junij 1847 uit Curasao naar Nederland ver-
trok, om mij wegens de gedragslijn van den
Majoor esser ten mijnen aanzien bij den Mi-
nister te beklagen, mij wegens zijne aanran-
ding van mijn karakter regt te verschaffen; —
en niet gedwongen te worden, mijne betrek-
king onder...”
|
|
2 |
 |
“...7
hebben gedaan, — het eiland verlaten, om in den
vreemde werk te zoeken (1).
Het moet bier gezegd worden, dat de oorzaak
van deze ongunstige uitkomst gedeeltelijk te vin-
den is in de ongeschiktheid van den grond voor
den groei van suikerriet, daar dit gewas eenen
vetten grond vereischt, terwijl die van St. Eusta-
tius bij uitstek schraal en zandig is (2). In de
Engelsche eilanden, waar de grond veel beter is
plant men het suikerriet slechts eens om de vijf
of meer jaren, in St. Eustatius is men genood-
zaakt zulks elk jaar te doen; — dit geeft eene
ontzettende vermeerdering van arbeid, doordien
men het land wegens den lossen grond en de wei-
nige regens over de geheele uitgebreidheid, door
middel van de houw in drie voet diepe voren of
greppels verdeelt, ten einde het regenwater zich
daarin verzamele en niet wegvloeije; — doch in
(1) Zie hier eenige van wege het plaatselijk bestuur gedane
opgaven van het cijfer der slavenbevolking, uit oorspronke-
lijke bescheiden ontleend.
Jaar 1817...”
|
|
3 |
 |
“...8
weerwil van dit alles levert het riet te St. Eusta-
tius veel minder sap en suiker dan het Engelsche.
Dezelfde berekening als hier boven gegeven, geldt
genoegzaam ook voor St. Martin, hoewel de grond
daar eenigzins beter en in uitgebreidheid grooter
dan die van St. Eustatius is, zoodat de suiker-
oogst van dat eiland in het jaar 1817 door het
plaatselijk bestuur gemiddeld op 700,000 Ned. ®
werd gesteld (1). Saba verbouwt niets voor den
uitvoer, de slaaf is daar als het ware de huisge-
noot van den meester, en beiden werken zij, de
gouverneur niet uitgezonderd, in aartsvaderlijke
eenvoudigheid gezamenlijk in het land. Te Cura-
sao, Bonaire en Aruba worden evenmin als te
Saba producten voor den uitvoer gewonnen, de
beroemde gouvernements kuituren altijd uitgezon-
derd. — De planters, die geene koloniale kas ter
hunner beschikking hebben, en elke penning, die
hun in handen komt door die bodemlooze kas
zien verzwelgen, kunnen zich met zulke kostbare
liefhebberijen niet inlaten, en danken...”
|
|
4 |
 |
“...jaren geen
beroep voor den burger bestaat? Dat hij het on-
gelijk hem aangedaan in Nederland zelfs niet
bekend durft maken, uit vrees voor ergere mishan-
deling? Kan men zich niet begrijpen, welke uit-
werking het bewustzijn daarvan zoowel op het
(1) De Referendaris of Directeur van de West-Indische za-
ken , is de broeder van den Gezaghebber van St. Eustatius en
Java, en de zwager van den Gezaghebber van Curacao en on-
derhorigheden ; behalven dezen telt de bedoelde persoon onder
zijne aanverwanten in den eersten graad: den Vendumeester en
eenen Predikant van Curacao, den Griffier van de regtbank en
waarnemenden Secretaris van St. Eustatius enz. enz. enz. Van
mindere graden van verwantschap zal ik niet gewagen, als
zijnde de hier gemelden, welke allen eveneens door meer of
minder uitgebreide familiebetrekkingen omringd zijn, meer dan
voldoende, om te doen zien, dat, tenzij de gezegde Refendari»
den roem van een’ aristides verworven had, hij nimmer tot die
betrekking moest gekozen zijn....”
|
|
5 |
 |
“...was,
om de waarheid te bedekken (2)! Laat de liniaal
niet langer in de koloniën tot scepter dienen; —
(1) Blijkens een artikel in den Spectator van IS Mei 1848,
is deze beschouwing van het nut van een koloniaal departe-
ment bestuur ook in Engeland aangenomen.
(2) Tot staving hiervan geloof ik niet noodig te hebben
meer te zeggen, dan dat de buitengewone subsidie van ƒ13,000,
welke Z. M. in 1843 goedgunstig bestemde tot leeniging
van den ramp welken de groote aardbeving van dat jaar te
St, Eustatius had aangerigt, in de koloniale kas van dat
eiland werd weggesloten, en daar is blijven berusten, zonder
dat het Hoofdbestuur blijkens meer dan een schrijven, daarvan
immer iets geweten heeft....”
|
|
6 |
 |
“...lijke verordéningen gelijk zoo veel valstrikken ge-
spannen zijn, om een ieder te vangen die het bestuuh
vangen wil ! Geen vreemdeling wil zijn persoon
noch zijn fortuin daaraan wagen; ik ken de denk-
wijze van vreemde kolonisten op dit onderwerp, uit
hunnen mond, en de algeheele mislukking van
alle Gouvernements maatregelen tot herleving van
den handel, is voornamelijk aan dit wantrouwen
van den vreemdeling toe te schrijven. Er hebben
in den loop van de laatste 32 jaren te Curasao
en te St. Eustatius voorvallen plaats gehad, welke
in de overige deelen van Wist-Indïè eenen diepen
indruk hebben gemaakt. De overtuiging is daar
algemeen, dat de plaatselijke besturen in de Neder-
landsche koloniën tot alles .in staat zijn (1); —
(1) Hiertoe heeft onder anderen weder onlangs bijgedragen
eene brochure getiteld » Serias reflecsiones de un impartial
f...”
|
|