Your search within this document for 'Bonaire' resulted in two matching pages.
1

“...gegeven, geldt genoegzaam ook voor St. Martin, hoewel de grond daar eenigzins beter en in uitgebreidheid grooter dan die van St. Eustatius is, zoodat de suiker- oogst van dat eiland in het jaar 1817 door het plaatselijk bestuur gemiddeld op 700,000 Ned. ® werd gesteld (1). Saba verbouwt niets voor den uitvoer, de slaaf is daar als het ware de huisge- noot van den meester, en beiden werken zij, de gouverneur niet uitgezonderd, in aartsvaderlijke eenvoudigheid gezamenlijk in het land. Te Cura- sao, Bonaire en Aruba worden evenmin als te Saba producten voor den uitvoer gewonnen, de beroemde gouvernements kuituren altijd uitgezon- derd. — De planters, die geene koloniale kas ter hunner beschikking hebben, en elke penning, die hun in handen komt door die bodemlooze kas zien verzwelgen, kunnen zich met zulke kostbare liefhebberijen niet inlaten, en danken den Hemel indien zij een weinig Afrikaansch koren kunnen inzamelen voor de voeding hunner slaven, hetwelk door de heerschende droogte eens om de...”
2

“...11 het goedkoope Gouvernements zout van Bonaire nog waarde? Het bestuur bekreunt zich immers weinig aan winst of verlies. Sedert het eenmaal begonnen is, zijn heil in ’» Gouvernements kultu- res” te zoeken, is het genoeg, gelegenheid te heb- ben, tot verspreiding van verkoopberigten, eene som geld te ontvangen, een cijfer op het budget te doen pralen, doch of het verlies grooter is dan de winst, is het bestuur tamelijk onverschillig. — Intusschen worden de partikuliere eigenaars van zoutpannen in den grond geholpen, want wie kan met het Gouvernement concurreren? Zij althans niet; hoe zal het zijn, wanneer zij hunne pannen met vrije handen moeten bewerken? — Dit wei- nige voor zoo veel den grondeigenaars betreft; — volg mij nu in negentiende gedeelten van de wo- ningen der vrije bevolking van elk eiland, dat is, volg mij in de woning van elk, die geen ambtenaar is. — Zie hoe veel oude, ziekelijke en behoeftige bewoners die slechts door den handenarbeid van eenen enkelen slaaf of slavin tegen...”