1 |
 |
“...van tijd tot tijd door
het pensioen-fonds der West-Indische ambtenaren
en derzelver natelatene betrekkingen wordt ver-
zwolgen.
Natuurlijk ontstaat hier de vraag: welk voor-
deel vloeit uit het bezit dezer koloniƫn voor
Nederland voort, om de besteding dezer sommen
te billijken?
Nederland trekt geene producten uit de drie
laatstgenoemde der boven bedoelde eilanden en
zendt er evenmin goederen heen! De voortbreng-
selen van Si. Eustatius en Si. Martin bestaan
in eene geringe hoeveelheid suiker en yams; de
rum, batatten etc., die zij opleveren, zijn niet noe-
menswaardig ; Si. Martin heeft ook zout; het
eiland Saba levert niets en kost niets, dus behoeft
het niet in den kring mijner beschouwing te ko-
men. De genoemde producten worden nimmer in
eenige Nederlandsche bezitting, maar integendeel
steeds in de naburige vreemde koloniƫn of aan de
Noord-Amerikanen verkocht, zoo als het ook eenig-
lijk de Engelschen, de Noord-Amerikanen, de Zwe-
den en de Denen zijn, die de onzen voorzien van
alles...”
|
|