1 |
|
“...VOORWOORD.
Deze bemerkingen, met mijnen naam voor-
zien, in het licht gevende, acht ik het noodig
vooraf een woord te zeggen ter verdediging van
eenen stap, welke eenigen van hen, die het
ongeluk hebben, tot mij in betrekking te staan,
aan nieuwe vervolgingen van het bestuur in
de koloniën blootstelt. — In het belang van
dezen heb ik mijnen naam achterwege willen
houden; ik heb mijn voornemen gereedelijk ver-
anderd op de aanmerking, dat dit laatste be-
ter zou zijn voor de zaak, welke ik voorsta. —
Voor die zaak heb ik gewillig mijn bestaan...”
|
|