1 |
|
“...acht voor het vervolg. — De geschiedenis onzer
overzeesche bezittingen en die van vreemde natiën
over het tijdvak van 1780—1813 bevat eenen
schat van heilzame lessen op dit onderwerp. —
Zij leert ons bovenal, dat zonder eene talrijke
en door de innigste banden aan het moederland
gehechte bevolking, elke kolonie in weerwil van
de sterkste landmagt, steeds de gereede prooi is
van hem, die meester is van de zee, die dezelve
bespoelt. — Deze gehechtheid kan niet in eenen
dag geboren worden, doch het mag nog niet te
laat zijn, eene poging tot opwekking daarvan aan
te wenden. — Men geve de koloniën die vrije
instellingen terug, welke haar deden bloeijen en
die zij met het jaar 1816 verloren hebben, —
hieraan is kosten, moeite, noch gevaar verbonden,
en gebeurt het, dat de koloniën bij eenen vijan-
delijken aanval of opeisching worden overgegeven *...”
|
|
2 |
|
“...het vooruitzigt van den kolonist verhelderd? Het
is eene treurige gedachte, dat men den naam
van thorbecke c. s. in eenig Nederlandsch ge-
west met onverschilligheid zal noemen. In 1651
schreef een’ Engelschman, Kolonel modtford van
Barbados, op dit onderwerp aan een’ staatsman
van zijn land: » te eischen, dat leden van ons
met de uwen in het Parlement moeten zitten,
om in zaken betreffende Engeland te stemmen,
mag onmatig schijnen, doch te vorderen, dat
twee vertegenwoordigers door dit eiland worden
gekozen, om raad en toestemming te geven,
omtrent zaken, deze plaats betreffende, mag, naar
ik vermeen, beide regtmatig en noodzakelijk zijn;
jfor if laws be imposed upon us without our
personall or implied consent, we cannot be
accounted better than slaves, which, as all...”
|
|