1 |
|
“...ergste
geval, wanneer de verongelijkte zich aan den Mi-
nister wendde, wierp deze zijn gezag in de schaal,
om de waardigheid van het bestuur te handhaven.
Wat was het gevolg? Alle ondernemingsgeest ver-
dween, men werd moedeloos, de koloniën verarm-
den bij den dag, en elk, die nog iets bezat en
het te geld kon maken, begaf zich elders h?en,
waar hij gelegenheid vond, zijne eerlijke ontwer-
pen van handel of landbouw ongemoeid ten uit-
voer te leggen. Van waar het Gouvernement zijne
gronden ontleende, om onder eenen regerings-
vorm zoodanig als het destijds instelde de koloniën
te doen bloeijen, is den hemel bekend. Genoeg,
men beproefde het middel van vrije haven; het
bate niets, hoe kon het anders! eene vrije haven
onder een despotiek bestuur is niets dan een ijdele
klank. De Generaal van den bosch ging zelfs de
lengte van een haven te laten maken, het hielp
niets. — Men wilde den handel dwingen door het
uitzenden van goederen voor en aleer er navraag
naar bestond: — te vergeefs! men vestigde...”
|
|
2 |
|
“...lustelooze kinderen te geven; doch de knellende
banden, welke de willekeur en drieste heersch-
zucht van onwaardige menschen het hadden aan-
gelegd, werden niet geslaakt. Met inzigt, om de
bevolking in de bekostiging van het bestuur te
gemoet te komen en het een voorbeeld tot
navolging te geven, ging de Baron van gouver-
nementswege den landbouw beoefenen en landhuis-
houdkundige proeven nemen, die de eene na de
andere mislukten; eene zoutpan aanleggen, die
men reeds vooraf wist, dat nimmer zout kon geven;
(NB. deze alleen kostte ƒ36,000) en eene artesische
put graven in een koraalrif op slechts weinige
voeten afstand van de zee. Welke vruchten heb-
ben deze werkzaamheden gedragen? Na twaalf
jaren proefnemingen is de subsidie, welke Ne-
derland jaarlijks aan die kolonie verstrekt, nog
even groot, de armoede der bevolking steeds toe-
genomen! — Wel is waar zoekt de gezaghebber
van Curapao dezer dagen de natie en het Gou-
vernement de oogen te verblinden door het be-
rigt, dat thans het bestuur...”
|
|
3 |
|
“...vervaardiging onbekend is met de
beschouwing der bevolking op het onderwerp, het-
welk behandeld wordt. — Het eenigste licht, het-
welk de kamer daaromtrent verkrijgt, ontvangt het
van den Minister van Koloniën en daarna, wanneer
het den naam van Wet heeft verkregen is de-
zelfde Minister van wege den Koning als opper-
bestuurder belast met de tenuitvoerlegging daar-
van. — Tot hiertoe heeft het regeringsreglement
in elke kolonie even als de grondwet in Nederland
het Staatsburgerschap, zoo veel zij kon, laten sla-
pen. — Om hartstogt te mijden, brak zij de ziel.
De burgerij had tot hiertoe het besef, dat zij
mederegeerde, niet. — In welk opzigt is thans
het vooruitzigt van den kolonist verhelderd? Het
is eene treurige gedachte, dat men den naam
van thorbecke c. s. in eenig Nederlandsch ge-
west met onverschilligheid zal noemen. In 1651
schreef een’ Engelschman, Kolonel modtford van
Barbados, op dit onderwerp aan een’ staatsman
van zijn land: » te eischen, dat leden van ons
met de uwen in het...”
|
|