Your search within this document for 'ken' resulted in four matching pages.
1

“...10 eener met betrekking tot de inkomsten der bevol- king uiterst ongeëvenredigde belasting, waardoor de armoede en ellende tot den hoogsten trap zijn geklommen! — Zal die bevolking in het uur van gevaar te wapen snellen, om strijd te voeren op leven en dood met de vijanden hunner verdruk- kers, de gezaghebbers met hunne handlangers, de beambten? — En dan de slaven, smachtende naar eene gelegenheid, om hunne ketens te verbre- ken ......zal men deze kunnen bedwingen? reeds sedert lang hebben de ingezetenen van St. Eusta- tius en St. Martin medogenloos van hunne ge- ringe krijgsbezetting beroofd, zonder voor een enkele cent vermindering van belasting te verkrij- gen, het fort van die eilanden met een door hen aangeworven en uit hunne bijzondere geldmiddelen bezoldigd garnizoen moeten bezetten, om zich tegen eenen mogelijken opstand hunner slaven te bevei- ligen ! kan men verwachten, vraag ik, dat koloniën aldus gesteld, zich zullen verdedigen tot aan den tijd, dat eene Nederlandsche vloot...”
2

“...deed, behooren te doen ? Het bestuur vereenvoudigen! De kolonie Cu- rasao een vertegenwoordigende regeringsvorm ge- ven! Dit had hij kunnen doen, óf overeenkomstig het bestuur uit de dagen der republiek, toen de koloniën eenen raad van Policie met onbezoldigde ambtenaren hadden; — óf op de wijze van de En- gelsche West-Indische bezittingen', die een Huis van Vergadering (House of assembly) met vier of vijf gesalarieerde beambten hebben, welke tevens den geheimen raad van den Gouverneur uitma- ken. — Hetzij hij het eene of het andere ge- kozen had, de vertegenwoordigers, indien men al beweren wil, dat zij ongeschikt voor de ver- vulling van hunnen pligt zouden zijn, zouden spoedig genoeg dien pligt leeren kennen en uit- oefenen , en indien zij geene zorg droegen, de belasting terug te brengen op dat peil, hetwelk het best beantwoordde aan de belangen van de kolonie en dus ook aan die van het plaatselijke bestuur, want deze beide zijn een, hunne mede- burgers zouden er hen toe dwingen. —...”
3

“...31 tijd tot tijd voorvallen plaats gehad, welke, terwijl zij de achting van de ingezetenen en van het garnizoen voor het tegenwoordig plaatselijke bestuur gevoelig hebben geschokt, — eene daadzaak, welke men door het plaatsen in de Curacaosche Courant van weidsche lof — adressen, zonder handteehening, ten gunste van den Gezaghebber esser , heeft zoe- ken te bedekken, ernstige bekommering wekken voor het behoud van de rust in dat eiland. Ik ga over tot de beantwoording van een paar hoofdpunten door ambtenaren te Curasao tegen de door mij voorgestelde hervorming aangevoerd. Deze menschen, sidderende voor het behoud van hun tractement, doch moed scheppende uit de autocratische begrippen van den Minister baud , hebben zich niet ontzien, openlijk met even zoo- veel woorden te verklaren, dat met eene verte- genwoordiging in de koloniën het daarstellen van een huis van vergadering, welker leden door de blanken en vrije kleurlingen moeten ge- kozen worden, en waarin men zorgen moet, dat niet eeniglijk...”
4

“...waartoe men, dewijl zijn tijd tot verkrijging van vol pensioen nog niet daar is, de hooge noodzakelijkheid althans voor als nog niet inziet, over te laten aan het wijs en verlicht oordeel van den Minister baud, die gezworen heeft zijne creaturen te zullen hand- haven, al zouden de koloniën tot aan de laatste toe, verloren gaan. Dit zijn dezelfde mannen, die om tastbare redenen, de leer willen vestigen, dat doode beambten bewonderd en levenden gespaard moeten worden; — die den roem van een onbespro- ken gedrag willen toekennen aan een’ hunner voor- gangers wiens vuige geldzucht reeds tijdens zijn leven spreekwoordelijk was (1); — die benoemd om koloniën te besturen , zich niet ontzien voor het oog van de wereld te erkennen, dat zij de be- teekenis van het woord centralisatie in regering niet verstaan, — die...,. doch weg met redene- ringen , welke den koudvochtigsten mensch van ver- ontwaardiging doen gloeijen, over de drieste onbe- schaamdheid van hen, door wie dezelve openlijk worden voorgedragen...”