Your search within this document for 'parabel' resulted in one matching pages.
1

“...de inhoud van zijn werk, dat wil niet zeggen, dat deze inhoud minder belangrijk zou zijn. Inte- gendeel: zijn gedachten zijn even gespannen als de vorm der taal. Ze zijn even ’’modern”. In enkele lekespelen, die nog niet gepubliceerd zijn, heeft hij, in de lijn van Nijhoff, maar met veel minder strakke bijbelse binding, in een bloeiende allegorie een nieuwe vorm van prediking ge- tracht te vinden. Geestige chan- sons vormen een lofwerk om de pagina: Tot dergelijke overwegingen brengt hem de parabel van de vijf wijze en vijf dwaze maagden. Men moest vrezen, dat vele Chris- tenen en niet-Christenen vreemd zullen staan tegenover zijn ge- dachten. Men krijgt in hem te ma- ken met een Christendom, dat in allerlei opzicht voor de bestaan- de (Nederlandse) Christenheid vreemd is in zijn radicalisme en universaliteit, zijn originele, ge- waagde expressie, zijn onomzich- tigheid. Het is vervuld van oerou- de bijbelse grondbeseffen, ook daar waar men geen enkele beken- de of vertrouwde of gewantrouw-...”