1 |
|
“...enkel de koets ziet wachten van een
dame; geraffineerd: de beschrijving
van zo’n onmetelijk steppe in de
Mancha:
“Ik laat mijn blik gaan over deze
eentonige vlakte; nergens staat ook
maar een boom; in de hele uitge-
strektheid ziet men geen enkele
schaduw; van afstand tot afstand,
soms dicht bij elkaar, dan weer ver
verwijderd, ziet men midden in de
wijde zaaivelden kleine steenhopen;
dat zijn de majanos, de grensstenen;
als ons oog ze van verre daarginds
aan de gezichtseinder ontdekt,
meent onze vertwijfelde, verzadigde,
geprikkelde geest een dorp te ont-
waren. Maar de tijd gaat door;
het ene zaaiveld volgt op het an-
dere; en wat wij een dorp waanden
verandert langzaam, verandert
steeds weer in die stapels grijze
brokken steen, vanwaar misschien
onbewegelijk, geheimzinning en
ironisch, een koekoek ons met zijn
grote, goudgele ogen aankijkt —
een van de ontelbare koekoeken van
de Mancha.
We zijn al vier uren onderweg;
het is elf uur; we zijn vanmorgen
om zeven uur op weg gegaan.
Achter ons...”
|
|
2 |
|
“...8
voorbestemd om hersenschimmen te
verwakken. De gevallen van “hekse-
rij” en betovering, van het toedienen
van liefdesdrankjes' en schadelijke
spijzen, lopen in de duizenden.“Wat
te zeggen van deze geëxalteerde
fantasie van de Mancha?” vraagt
de schrijver. En zijn antwoord is
niet opwekkend: “Het dorp slaapt
in een diepe rust; niemand doet
iets; de akkers zijn ternauwernood
met de keltische ploeg openge-
scheurd; de moestuinen zijn ver-
waarloosd; el Tomelloso, zonder
water, zonder andere bevloeiing
dan het water dat in zijn putten
staat, voorziet Argamasilla van
groenten, Argamasilla, waar de
Guadiana bedaard en zonder diepe
geul doorheenstroomt en langs
tuinen vloeit; de dagloners van het
dorp verdienen twee realen minder
dan die van de naburige dorpen.
Vergeeft mij, brave, edele vrienden
van Argamasilla: gijzelf hebt mij
deze gegevens verstrekt. In dit
verval, als in een stilstaande poel,
gaat de tijd langzaam voorbij: alle
begrip sluimert. En plotseling,
op een of andere dag, spreekt...”
|
|