Your search within this document for 'lif' resulted in one matching pages.
1

“...die het te kwaad heeft met zijn kwaadaardige echtgenote. Het mens heeft de beschikking over een verschrikkelijk humeur en maakt daar een overvloedig gebruik van. Zij is bovendien de halve dag van de wijn in de olie en i$. druk doende moed bijeen te drinken om haar Paul uit de weg te ruimen. Van deze afschrikwekkende echt krijgt men een typisch Guitry- beeld: het echtpaar aan de dis, grauwend, snauwend, brommend, kwade blikken werpend, een hap Strindberg, maar dan via de radio opgediend met het lif-lafje van een Franse chansonnière die over de liefde zingt. Het is bijna na- vrant cabaret. Via dezelfde radio komt Bracon- nier op een idee. Hij hoort het interview met een advocaat, die zijn honderdste vrijspraak viert. De man maakt onderscheid tus- sen ’’meurtrier” en “assassin44 en weet op wonderlijke wijze moordenaars te doen terugkeren in de maatschappij.; Braconnier ziet er iets in. Hij spoort naar Parijs zoekt de advocaat op en zegt: ”Ik heb mijn vrouw ver- moord. Wilt U mij verdedigen...”