Your search within this document for 'humor' resulted in six matching pages.
1

“...applaus. De humoristische hoofdfilm ‘Seul dans Paris4 viel ook zeer in de smaak. Slechts enkele konden zich niet met deze film vereni- gen. Als reden zouden we een zekere mate van onwennigheid ten opzichte van dit filmtype kun- nen aanvoeren. Velen zijn teveel gewend, om niet te zeggen ver- slaafd, aan een filmstiil die al- leen gericht is op spanningen cli- max, en minder op de intrinsie- ke waarde van het geheel en de samenstellende scènes. In deze film draaide het om de min of meer melancholieke humor van de zoekende simpele boerenzoon, de prachtige tekening van types en milieu‘s van het platteland, en de Franse sfeer in het alge- meen. Ook werd door sommigen teveel verwacht van de (als mees- tal) misleidende Nederlandse ver- taling van de titel ”Als m4n man dat wist44. Wat deze man niet mocht weten, (en andere man- nen in andere films), kunnen we toch iedere avond in de meeste Hollywood producten “genie- ten”? Dat hoeft de Filmliga niet te brengen!! Het programma van Mei, be- looft weer iets...”
2

“...aangetoond dat de periode van bloei en vooruitgang van de Arubaanse Filmliga zich nog steeds voortzet. Het aantal leden dat in 1952 nog slechts 203 bedroeg steeg tot 247 in 1953. Ondanks het feit dat de gevraagde contributie van de ^ Stichting Culturele Samenwer- king vóór de helft werd gehono- reerd, kan het boekjaar 1953 zonder nadelig saldo worden af- gesloten, t . , . , De normaal films welke in het theater Rialto werden vertoond Waren zeer gevarieerd van stijl en inhoud. De meest verfijnde humor en originaliteit konden wij zien in de ‘Roverssymphonie4, het luchtige Franse genre in ‘Sous Le Ciel de Paris4, het de- gelijke in de Franse film ‘Farre- bique’, en het sinistere in ’Le Corbeau’. Van de Italiaanse films noemen wij als beste ’Dagjesmensen’, ter- wijl ook ’Avontuur in Napels’ en ’Een vrouw uit Het Volk’ als ty- pisch Italiaans ons steeds konden boeien. Als oorlogs documentaire was ’Paisa’, hoewel iets te lang. een van de beteren van dit genre. Bijzonder goed waren de karak- teristieke...”
3

“...onbekend was. EJn wat meer is; de bevolking heeft die kans met beide handen aangegre- pen. Honderden- of waren het er duizenden ?-hebben van het mees- terlijk spel van de Heer en Me- vrouw Vermeire met volle teugen genoten en ogen en oren vergast op de weelde van deze Marionetten. Kunst met een hele grote K noemde de voorzitter van de Kunst- kring de heer Stam deze voorstel- lingen. En met recht. Wat het duo Vermeire bereikte, zowel ex- pressief als acterend was een weel- de voor het oog. De humor en de satire, de levensernst en de vreug- de van alle dag, dit alles werd het enthousiaste publiek gebracht op een wijze, die onovertroffen is. Wij hebben grote bewondering voor dit werk en brengen vanaf' deze plaats een woord van hulde en van grote dank aan de Heer en Mevrouw Vermeire. Het theater is reeds vertrokken, maar deze kunstenaars kunnen er van verze- kerd zijn, dat zij een plaats hebben veroverd in de harten der toe- schouwers, die nog vaak zullen te- rugdenken aan de uren van stil...”
4

“...riep de góden aan, sprak in slepen- de koren; de góden kwamen, de vijanden volgden — en daarna kwam de verbroedering. Het dra- ma, dat de mensen samenbrengt, dat de mensen gezamenlijk iets doen ondergaan. En ziedaar het wezenlijk verschil tussen film en toneel. Men “pikt” een bioscoopje, maar voor een feestelijk gebeuren als het toneel- stuk doft men zich op. Na het re- ligieuze toneel van vroeger geniet men nu van het wereldlijk toneel waar de mens in het centrum staat is voor ernst en voor humor, waarin als de held of de martelaar. Grote auteurs houden de mensen een Spie- gel voor, een spiegel waar plaats men sociale toestanden gewraakt vindt (Ibsen) en waarin heilige huisjes worden ingetrapt (Shaw). Dat was het werk van grote toneel- schrijvers. Het toneel van tegenwoordig distancieert zich steeds meer van de oorspronkelijke doelstellingen; het is thans vaak amusement zon- der meer (“we maken een stukkie”, zegt Storm). Wetenschap en tech- niek doèn hun ten aanzien van de cultuur ver...”
5

“...nu nog de dag goed herinneren dat ze geadopteerd werd. Haar pleegmoeder, Mme Gotovzeva, was erg lief voor haar en ze gaf zich.de grootste moeite om het kind een goede opvoe- ding te geven, ‘n Duitse gouver- nante werd aangesteld, die Mme Gotovzeva en Chouro ook op hun veelvuldige reizen vergezelde. Choura groeide op tot een aan- hankelijk, knap meisje, ze was klein voor haar leeftijd had prachtige donkerblonde krullen en zacht bruine ogen. Ze was al- ■ tijd opgewekt en had veel gevoel ] voor humor. Haar leventje bij haar nieuwe “tante“ was heel pretig. Choura genóót er van als ze met Mme s Gotovzeva mee mocht winkelen, want altijd kreeg het kind dan iets: een nieuwe jurk of schoen- tjes met pompoenen er op die ze j schitterend vond. De heerlijkste i dag van de week was Woensdag, j dan gaf haar tante dansles aan 12 kinderen en Choura-als kleinste- • mocht dan wel eens meedoen. Zij leerde erg vlug en ‘t duurde 'J dan ook niet lang of ze kon de Wals, mazurka én de polonaise j dansen. Dikwijls...”
6

“...Midden-Oosten. In zijn nieuwe reisboek “Morgen bloeien de abrikozen”, dat bij J. M. Meulenhoff te Amsterdam ver- schenen is, verhaalt hij voor het eerst een deel van zijn dagelijkse belevenissen in de Nijldelta. Het is een buitengewoon spannend en avontuurlijk relaas geworden, we- melend van kleurige beschrijvin- gen, rake typeringen, dichterlijke evocaties — waar Aafjes de land- schappen met hun uitbundige flora beschrijft gebruikt hij nagenoeg hetzelfde idioom als in zijn ver- zen - —; vol humor en op enkele plaatsen niet zonder beklemming. Het valt op, dat de dichter de oosterse beschouwingswijze herhaal- delijke tot de zijne maakt; een men- geling van wijsheid en zin voor het komische geeft het verslag van zijn omzwervingen een aparte bekoring. Zijn vermogen tot aanpassing aan de egyptische gemeenschap is be- wonderenswaardig. Daardoor is hij in staat contac- ten te leggen in velerlei milieu’s, zowel met pachas' als met fellahs, flij dringt door in kringen die door- gaans: voor westerlingen...”