1 |
|
“...een serieuze con-
currentie met het “levende” toneel
kon sprekend. Het repertoire noch
de techniek hebben toentertijd ge-
lijke tred kunnen houden met de
ontwikkeling van de opkomende
technische eeuw, welke andere,
meer sensationele dingen vroeg.
In de laatste tientallen jaren echter
„ komen hier en daar spelers, welke
er in slagen een eigen moderne
stijl (in de goede zin van het woord)
te ontwikkelen, en het blijkt dat dit
voor de toeschouwers in een sterk
gevoelde behoefte voorziet. Het ge-
brek aan repertoire doet zich echter
pijnlijk gevoelen en vele spelers'
schrijven dan ook hun eigen teksten,
al of niet naar een bestaand gege-
ven of verhaal. Trouwens, een
echte poppenspeler moet, wil hij
kans van slagen hebben, een soort
duivelskunstenaar zijn. Schilder,
beeldhouwer, schrijver, regisseur,
technicus, acteur, zakenman, ja,
wat niet. Wat het meest ontbreekt
is tijd! Tijd! Tijd om poppen te
maken, teksten te schrijven, tech-
nische verbeteringen aan te bren-
gen, decors te bouwen, repeteren...”
|
|