Your search within this document for 'tep' resulted in one matching pages.
1

“...oogenblikkelijken toestand en zijn vooruit- zichten grondig te leeren kennen en — voorzien van die ken- nis — zoodanig te ordenen dat die industrie in de eerste plaats ten bate van het algemeen belang functionneerde. Beide verschijnselen spruiten in laatste instantie natuur- lijk 'voort uit groote onverschilligheid van de zijde der regeeringen voor alle nationale ontginning van minerale grondstoffen, en deze negatieve gevoelens zijn op him beurt weer het gevolg van twee andere geestelijke toestanden. Tep eerste heeft de liberalistische geest, waarvan het Bestuur van Nederlandsch-Indië sedert de dagen van Fransen v. d. Putte doortrokken was, bij de Overheid de vaste overtuiging doen post vatten dat de mijnindustrie in een sfeer van afzijdigheid en onthouding harerzijds het best tot onwikkeling kon komen, zoo- dat elke bemoeienis daarmede tot op een noodzakelijk minimum teruggebracht moest worden. Maar van nog meer invloed was de telkens weer tot uiting komende vreemdheid en onwennig- heid van het...”