1 |
|
“...ijzererts heeft Engeland zijn wereldmacht verkregen en
kunnen behouden, zijn de Vereenigde Staten in hun overheer-
schende positie gekomen, daaraan waren Duitschland, en op
kleinere schaal ook België, hun bloei van de laatste tientallen
jaren vóór den wereldoorlog verschuldigd. En in den tegen-
woordigen tijd zijn het nog steeds de groote rijken met hoofd-
zakelijk Germaansche bevolking, gelegen aan weerskanten van
den Atlantischen Oceaan, die de wereld beheerschen door hun
industrieele macht, resultante van superieure menschelijke
energie en uitgestrekte steenkoolafzettingen in deze gedeelten
der aarde.
Van 1914 tot 1918 is overtuigend gebleken welke enorme
waarde steenkool heeft, als energiebron op zichzelf zoowel als
hulpmiddel voor de productie van ijzer en staal, ook voor den
modernen oorlog. Dit verklaart waarom alle staten in de tegen-
woordige tijden zoo groot belang hechten aan de ontwikkeling
van hun mijnbouw.
Na den wereldoorlog ging de groei van de steenkool-exploi-
tatie weer voort...”
|
|