1 |
 |
“...Unfederated Malay States kreeg Johore in 1895 een British Resident;
Kedah, Perlis, Kelantan en Trengganoe gingen in 1909 over van Siameesche naar
Britsche suzereiniteit en kregen British advisers in 1910 en 1930.
Straits Settlements
Staatsrechtelijk namen de Straits Settlements (behalve Penang en Singapore,
Malacca en Province Wellesley op het vasteland) een geheel andere positie in dan
Malaya. De eerste vormden een kroonkolonie van het gebruikelijke type. De
wetgeving emaneert daar van het Imperial Parliament, van den King in Council of
van de Legislative Council.
Aan het hoofd van de kolonie stond de Gouverneur (i.c. tevens High Commis-
sioner voor Malaya) met naast zich de executive Council, bestaande uit ex-officio-
leden (de legercommandant, de Colonial Secretary, de Resident-Councillors van
Penang en Malacca, de Attorney-General en de Financial Secretary), twee
benoemde officiëele leden en drie benoemde niet-officiëele leden, waarvan één
Chinees.
Verder was er de Legislative Council...”
|
|
2 |
 |
“...de defensie-uitgaven 5 /o
Dit En^Lchef sbindpunt^ten aanzien van het gebruik van koloniale mankracht,
zoo zeef afwijkend van het door de Franschen gehuldigde prmcipe gold^k voor
Malaya. De Engelschen kwamen daar om de oorlogsheeren van hun schadelijk
bedrijf af te brefgen en na de pacificatie leek het toch onjuist om deoudemihta^
ristische stuwingen van Malaya’s bevolking weer op te wekken, zoo zeide men.
De mededeeling over de geringe bijdragen der koloniale begrootingen in de uitgaven
voor Imperial defence moet misschien met een korreltje zout worden genomen.
Vooral wanneer het er om gaat om de loyaliteit van Malaya s‘bevolking■ “:
tueeren worden in Engelsche publicaties maar al te gaarne de groote vrijwillige
bijdragen van Malaya en de Straits voor de algemeene oorlogsuitrusting, vanaf den
eersten wereldoorlog tot aan de capitulatie voor de Japansche legers, opgesomd.
Genoemd wordt in dit verband het waarlijk met geringe bedrag van h 39 000 000
Volgens officiëele publicatie althans, is...”
|
|
3 |
 |
“...grondwet ontleend en in zekeren zin, althans voor
interne aangelegenheden, onbeperkt.
Vóór de totstandkoming van het Westminster statute (1931/26), bestonden er
althans formeel nog verschillende controlebevoegdheden van het moederland, die
de onafhankelijkheid belemmeren of konden belemmeren en door de Unie niet
eigenmachtig konden worden afgeschaft. In de eerste plaats had het Britsche Par-
lement de macht wetten uit te geven, die uitdrukkelijk ook op de koloniën van
toepassing waren, zoogenaamde „imperial laws”, waarvoor de koloniale of domi-
niale wetgeving had te wijken. Formeel kon daarom het Britsche Parlement elke
Unie-aangelegenheid als van imperiaal belang zelf gaan regelen, wat het niet
deed. In de practijk nam bovendien Westminster slechts imperiale wetten aan,
wanneer zij zeker was van de instemming der betrokken koloniën.
Elke Uniewet, die zich niet verdroeg met de wetgeving van het United Kingdom
— het ongeschreven recht daaronder niet meer begrepen — werd ingevolge een
19de eeuwsche...”
|
|
4 |
 |
“...mededeeling van Lloyd George zou Home Rule voor
Ierland spoedig volgen. Sinn Fein vatte dit aankondigen van dienstplicht nog vóór
invoering van Home Rule als een uitdaging op en begon verzet te organiseeren.
Terzelfder tijd werd op een eilandje nabij Ierland een Ier gevonden, die een lid
van Roger Casement’s brigade bleek te zijn, door de Duitschers gezonden om
contact met Sinn Fein te zoeken. Dit „German Plot” was aanleiding tot arrestaties
op groote schaal, o.a. van De Valéra, in Mei 19x8.
Het Imperial War Cabinet van 1918 aarzelde conscriptie in Ierland in te voeren,
men bepaalde zich tot aanwerving van vrijwilligers. De Wapenstilstand van
11 November loste de moeilijkheid op. Home Rule moest nu ingevoerd worden,
maar Lloyd George deelde mede, dat dit uitgesteld werd tot het Iersche volk
verdeeling van Ierland aanvaardde.
In December 1918 hadden algemeene verkiezingen voor het Britsche Parlement
plaats. Sinn Fein kondigde in een manifest als haar doel aan: instelling van de
Republiek te ...”
|
|
5 |
 |
“...treedt.
14 Juli heeft de ontmoeting tusschen Lloyd George en De Valéra plaats. Het is
duidelijk, dat Lloyd George op Dominion status aanstuurt. Hij zegt, dat er in zijn
moedertaal, het Welsh, geen woord is voor Republiek en vraagt of dat in het
verwante Iersch wel het geval is. Als De Valéra antwoordt, dat de linguisten
„Saorstat” het beste vinden, hetgeen letterlijk „Vrijstaat” beteekent, zegt Lloyd
George glimlachend, dat die naam niet veranderd zou behoeven te worden. Hij
herinnert aan de Imperial Conference, die juist in dezelfde kamer gehouden is, hij
wijst de stoelen aan, waar de verschillende Premiers gezeten hebben en maakt
een veelzeggend gebaar naar een stoel, die ter Conferentie open gebleven is.
Op 20 Juli worden de Engelsche voorwaarden aangeboden. Ierland wordt
uitgenoodigd zijn plaats in te nemen in de groote associatie van vrije naties,
waarover Zijne Majesteit regeert. In Canada zijn de bittere conflicten tusschen
Britten en Franschen vergeten, Transvaal en Oranje Vrijstaat...”
|
|
6 |
 |
“... Macht. aan het Iersche Parlement. Artikel 3 bepaalde, dat de
vertegenwoordiger van de Kroon in Ierland benoemd zou worden op de manier
als de Gouverneur-Generaal in Canada, en wel in overeenstemming met de daarbij
in acht genomen practijk; dat wilde zeggen, dat de benoeming zou geschieden
op advies van de Iersche ministers.
Artikel 4 kwam eenigszins tegemoet aan den tegenzin van de Ieren (die trouw
aan de Republiek gezworen hadden) tegen den eed van onderdanentrouw aan
*) Keith, Letters on Imperial Relations, Indian Reform, Constitutional and International Law, 1916—
1935, P- 34-...”
|
|
7 |
 |
“...Republic. 1937.
F. Pakenham, Peace by Ordeal. 1935.
W. K. Hancock, Survey of British Commonwealth Affairs, volume I,
Problems of Nationality, 1918—1936.
The British Empire, A Report on its Structure and Problems by a Study Group
of Members of the Royal Institute of International Affairs, second edition,
1939-
Arthur Berriedale Keith, The Dominions as Sovereign States, 1938.
Arthur Berriedale Keith, Speeches and Documents on the British Dominions
1918—1931.
Arthur Berriedale Keith, Letters on Imperial Relations, Indian Reform,
Constitutional and International Law, 1916—1935.
W. Churchill, Aftermath.
A. J. P. T a m m e s, De Rechtsbetrekkingen der Leden van het Britsche
Gemeenebest, onderling en in het Volkenrecht. Diss. Groningen, 1937.
Journal of the Parliaments of the Empire 1938, 1939? *945> 194b (3-afleveringen).
The Round Table van Juni, September en December 1946.
Raoul de Warren, L’Irlande et ses Institutions Politiques, Paris 1928, Diss.
Nancy 1928. (Uitvoerige behandeling van constitutie...”
|
|
8 |
 |
“...trolerechten der Kroon werden alleen in uitzonderingsgevallen uitgeoefend.
§ 4. Beweging voor rijkseenheid. Besef van saamhoorigheid. § 5. Koloniale en Imperiale
conferenties (87—93)
Als gevolg van de omstreeks 1870 opgekomen beweging voor versterking van de rijkseenheid werden
sedert 1887 af en toe koloniale en imperiale conferenties belegd, waar vertegenwoordigers der rijks-
deelen gemeenschappelijke belangen behandelden. In de eersten wereldoorlog vormden vertegenwoor-
digers der rijksdeelen een „Imperial War Cabinet”. Bij de vredesonderhandelingen en in de organisatie
van de Volkenbond namen de Dominions een zelfstandige plaats in.
De Imperiale Conferentie van 1926 bracht o.m. een beginseluitspraak (Balfour Declaration) t.a.v. de
gesteldheid der Dominions. Gebroken werd in beginsel met ieder overblijfsel van een koloniaal-rechte-
Üjke verhouding. In de conferentie van 1929 kwam men tot het besluit, dat alle beperkingen van de wet-
gevende zelfstandigheid der Dominions uit het positieve staatsrecht...”
|
|
9 |
 |
“...verzoek der Chineezen, met het oog op de anarchie op vasteland
van Malaya en zeerooverij.
1874 Britsche Resident voor Selangor en Perak: verplicht en bindend advies in alle zaken niet Maleische
godsdienst en gewoonten betreffende, zoo ook in volgende jaren voor Penang en Negri-Sembilan
(Perak, Selangor, Pahang en Negeri Sembilan sloten zich onder Engelsche leiding aaneen tot de Fede-
rated Malay States) alsmede voor de unfederated Malay States.
Straits Settlements: kroonkolonie: wetgeving van het Imperial Parliament, King in Council of Legis-
lative Council. Gouverneur (tevens High Commissioner voor Malaya) met Executive Council.
Bestuur over Singapore gevoerd door Colonial Secretary, in Penang door Resident-Councillors, bij-
gestaan door districts-officers. Gemeenteraden in Singapore, Penang en Malacca, Rural Boards in
de landelijke staten.
Na aanvankelijk zeer autoritair, later zeer gematigd bestuur, ofschoon alle gezag in handen van gouver-
neur (conform de richtlijnen van het Durhamrapport...”
|
|