Your search within this document for 'Iran' resulted in three matching pages.
1

“...heeft • betrekking op de gevallen, dat de Mohammedaansche wet op Christenen 'werd toegepast. Zoo worden in Egypte Christenen wel eens voor den Mohammedaanschen rechter, die uitsluitend Mohammedaansch recht toepast, getrokken; Christenen mogen er niet van Mohammedaansche families erven; vrouwelijke bekeerlingen, zelfs volwassenen, staan onder voogdij van een Moham- medaansch familielid, den zoogenaamden „wali”. De Mohammedaansche vrouw van een bekeerling moet echtscheiding aanvragen. Jn Turkije en Iran is tengevolge van de invoering van het Westersch privaatrecht de'status van den bekeerde veel gunstiger, maar zijn positie in de Mohamme- da^nsche maatschappij is niet altijd benijdenswaardig. In Indonesië zou de algeheele receptie van het Mohammedaansche recht in het adatrecht-der Indonesische bevolking niet aan het rechtsgevoel van het overgroote deel van deze bevolking en zeker‘niet aan het-Christelijk deel, voldoen; Het <2:5...”
2

“...Punt 9 zal in § 12 nader besproken worden. Het waarborgen van de godsdienstvrijheid is een onderwerp, dat groote inter- nationale belangstelling zal hebben, in de eerste plaats al vanwege de Roomsch- Katholieke Kerk, maar ook vanwege de Internationale Zendingsraad en de Oecumenische Beweging. § 10. Fundamenteele rechten in verband met de godsdienstvrijheid Er zijn drie fundamenteele rechten, die verband houden met de godsdienst- vrijheid. In de eerste plaats: de drukpersvrijheid. In Egypte en Iran werden invoer en verspreiding van sommige Christelijke boeken of pamfletten verboden. Dat betee- kent dus preventieve censuur, die in Nederland en sinds 1906 ook niet in Nederlandsch-Indië bestond. Ook de fundamenteele rechten van vereeniging en vergadering kunnen voor kerkelijke gemeenten van groot belang zijn. Deze drie grondrechten konden zelfs in de Nederlandsche Grondwet niet ten volle gewaarborgd worden. Zoo kan de wetgever het drukken en zelfs het verspreiden van stukken van een bepaalden...”
3

“...aan Mohammedaansche leerlingen onderwijs in de Islam gegeven moet worden. In Turkije moet op iedere school de Turksche taal, geschiedenis en aardrijkskunde door Turksche leeraren gedoceerd worden; verder mogen geen geestelijken les geven, de scholen geen plaats van eeredienst in de gebouwen hebben en de Turksche leerlingen geen godsdienstonderwijs hebben. In Iran is het na langdurige onderhandelingen gelukt om ontheffing te krijgen van de verplichting om op zen- dings- en missiescholen onderwijs in de Islam aan de Mohammedaansche leerlingen te geven. In Irak, dat overigens tegenover zending en missie een liberale houding heeft aangenomen, moet op alle niet-technische particuliere scholen (lagere en middelbare)- Arabisch, de geschiedenis en aardrijkskunde van Irak en de geschiedenis der Arabieren gedoceerd worden. Van buitengewoon groot belang zijn de grondslagen van.de berekening van het bedrag der subsidie. In de Government of India Act 1935 werd speciaal voor de subsidie aan scholen voor...”