1 |
|
“...of in besloten kring, mits zij niet in strijd is met de openbare orde en goede zeden.
Aldus de vrije vertaling van de woorden uit den Franschen tekst: „libre exercise,
tant public que privé, de toute foi, religion ou croyance”.x)
Het gaat hier dus uitsluitend om de vrijheid van eeredienst. De vrijheid van
bekeering, de erkenning van de zelfstandigheid der kerkgenootschappen en de
daarmee verband houdende verhouding tusschen Kerk en Staat en de vrijheid
om samen te werken en contact te zoeken met kerkelijke organisaties in het buiten-
land, zijn dus niet geregeld. De Oppersilezische Conventie heeft echter een bijna
volledig samenstel van voorschriften (artt. 84 t/m 96) betreffende deze onder-
werpen. In het Poolsche tractaat wordt eerbiediging van den Sabath van de Joden
en in het verdrag met Turkije die van den Zondag der Christenen opgelegd.
In het laatste verdrag worden nog in het bijzonder beschermd de-kerken, syna-
gogen, kerkhoven en andere godsdienstige instellingen van niet-Moha...”
|
|
2 |
|
“...die voor meerder-
heid zoowel als minderheid gelden, zijn er maar drie in de tractaten opgenomen:
i°. de bescherming van leven en vrijheid van alle inwoners zonder onderscheid
van geboorte, nationaliteit, taal, ras of godsdienst (artikel 2, iste lid van tractaat
met Polen);
2°. alle onderdanen zonder onderscheid van ras, taal of godsdienst zijn gelijk voor
de wet en genieten dezelfde burgerlijke en staatkundige rechten (art. 7, lid 1, van
tractaat met Polen 1);
3Q. het verschil in godsdienst (religion, croyance ou confession) zal geen enkele
») Deze bepaling en die van artikel 2 zijn oorspronkelijk door President Wilson opgesteld in zijn
ontwerpen van het vredesverdrag.
135...”
|
|
3 |
|
“...Gesammelte Schriften zur Minderheitsfrage (1933).
Idem. Grundlagen und Entwicklung des internationalen Minderheitenrechtes
(1929).
F. C ohn. Nationale Minderheiten und kulturelle Autonomiën mit besonderen
Berücksichtigung der esthnischen Kultur. Autonomiegesetze von 5 Februari
1925 (1928).
L. Epstein. Das Sprachenrecht der Tschechoslowakischen Republik (1937).
G. H. J. E r 1 e r. Das Recht der nationalen Minderheiten (1931).
J. Fouques Duparc. La protection des minorités de race, de langue et de
religion (1922)
H. Kraus. Das Recht der Minderheiten (1927).
G. Kaeckenbeeck. The international experiment of Upper Silesia (1942).
C. A. Macartney. National states and national minorities (1934).
Idem. Hungary and his successors (1937).
A. Mandelstam. La protection des minorités (1925).
C. C. Sipsom. La question scolaire dans les pays a minorités (1937).
J. Stone. Regional Guarantees of Minority Rights (1933).
A. Versteyl. Das Schulrecht der nationalen Minderheiten in Europa (1937).
H. Wintgens. Der...”
|
|